Europese gezinnen dragen grootste gedeelte milieubelasting
In de meeste Europese landen moeten de gezinnen de grootste last dragen van de milieubelastingen. Dat is de conclusie van een onderzoek van Eurostat, het Europese statistisch bureau. Uit de cijfers van Eurostat blijkt dat de Europese regeringen vier jaar geleden in totaal 304 miljard euro aan milieubelastingen hebben geïnd. Dat komt overeen met bijna 2,5 procent van het bruto binnenlandse product van de Europese Unie. Eurostat voegt er aan toe dat milieubelastingen 6,2 procent vertegenwoordigden van alle fiscale en sociale bijdragen die in de Europese Unie worden geïnd. Met een ecotaks van 5,9 procent is Denemarken Europees lijstaanvoerder.
"Ook in Nederland, Malta, Bulgarije en Cyprus worden relatief hoge ecotaksen tussen 3 procent en 4 procent van het bruto binnenlandse product gehanteerd," merkt het webmagazine Euractiv.com op. "Alleen Spanje en Litouwen blijven onder het niveau van 2 procent." Eurostat voegt er aan toe dat het aandeel van de milieubelastingen in het bruto binnenlandse product van de Europese Unie sinds het einde van de vorige eeuw nagenoeg constant is gebleven of licht is gedaald. Desondanks vormen ecotaksen volgens het statistisch bureau een steeds groter aandeel van de uitgaven van de Europese gezinnen en bedrijven.
Er wordt opgemerkt dat de milieubelasting in een aantal Europese landen een zwaarder gewicht hebben gekregen tegenover andere heffingen, zoals de belasting op arbeid. In december vorig jaar hebben de Europese ministers van milieu voorgesteld om te bekijken of bij de inkomsten de nadruk van heffingen op arbeid zou kunnen verschoven worden naar een belasting op het gebruik van energie en grondstoffen, wat zou moeten leiden tot een efficiënter gebruik van bronnen in Europa. Uit de statistieken blijkt dat energie 72 procent van alle milieutaksen vertegenwoordigen. Transport draagt 24 procent van de milieubelastingen. Vervuiling en grondstoffen brengen de resterende 4 procent aan.
Er wordt aan toegevoegd dat gezinnen het grootste gedeelte van de energiebelastingen dragen. Alleen in Oostenrijk, Estland en Litouwen vormen activiteiten zoals landbouw, visserij en bosbouw de belangrijkste bronnen. Gezinnen betalen in bijna alle Europese landen ook het grootste gedeelte van de transportbelasting. Eurostat heeft het daarbij over een aandeel van 55 procent tot 75 procent. In Estland en Letland blijft dat beperkt tot een niveau van 25 procent tot 30 procent. In Spanje draagt de bevolking daarentegen 90 procent van de transportbelasting. De bijdrage van de industrie tot de transportbelasting bedraagt tussen 15 procent en 41 procent. In Letland, Estland en Litouwen is dat echter meer dan 68 procent.
"Ook in Nederland, Malta, Bulgarije en Cyprus worden relatief hoge ecotaksen tussen 3 procent en 4 procent van het bruto binnenlandse product gehanteerd," merkt het webmagazine Euractiv.com op. "Alleen Spanje en Litouwen blijven onder het niveau van 2 procent." Eurostat voegt er aan toe dat het aandeel van de milieubelastingen in het bruto binnenlandse product van de Europese Unie sinds het einde van de vorige eeuw nagenoeg constant is gebleven of licht is gedaald. Desondanks vormen ecotaksen volgens het statistisch bureau een steeds groter aandeel van de uitgaven van de Europese gezinnen en bedrijven.
Er wordt opgemerkt dat de milieubelasting in een aantal Europese landen een zwaarder gewicht hebben gekregen tegenover andere heffingen, zoals de belasting op arbeid. In december vorig jaar hebben de Europese ministers van milieu voorgesteld om te bekijken of bij de inkomsten de nadruk van heffingen op arbeid zou kunnen verschoven worden naar een belasting op het gebruik van energie en grondstoffen, wat zou moeten leiden tot een efficiënter gebruik van bronnen in Europa. Uit de statistieken blijkt dat energie 72 procent van alle milieutaksen vertegenwoordigen. Transport draagt 24 procent van de milieubelastingen. Vervuiling en grondstoffen brengen de resterende 4 procent aan.
Er wordt aan toegevoegd dat gezinnen het grootste gedeelte van de energiebelastingen dragen. Alleen in Oostenrijk, Estland en Litouwen vormen activiteiten zoals landbouw, visserij en bosbouw de belangrijkste bronnen. Gezinnen betalen in bijna alle Europese landen ook het grootste gedeelte van de transportbelasting. Eurostat heeft het daarbij over een aandeel van 55 procent tot 75 procent. In Estland en Letland blijft dat beperkt tot een niveau van 25 procent tot 30 procent. In Spanje draagt de bevolking daarentegen 90 procent van de transportbelasting. De bijdrage van de industrie tot de transportbelasting bedraagt tussen 15 procent en 41 procent. In Letland, Estland en Litouwen is dat echter meer dan 68 procent.
Labels: belasting, Europese Unie, milieu
0 Comments:
Post a Comment
Subscribe to Post Comments [Atom]
<< Home