Elektrische wagen moet actieradius-vrees overwinnen

Indien men van elektrische wagens een echt succes wil maken, zal men de actieradius-vrees van de consument moeten wegnemen. Dat zegt Joel Ewanick, hoofd marketing bij de Amerikaanse divisie van autobouwer General Motors. Hij merkt daarbij op dat bij het publiek de vreest leeft dat men zijn bestemming niet zal kunnen bereiken omdat de reikwijdte van de batterijen onvoldoende zal zijn. Daarom kiest General Motors bij de Chevrolet Volt voorlopig voor een hybride-aanpak, die uitgerust is met een benzinemotor en dus zijn weg kan vervolgen als de batterij is uitgeput. Onder meer de Nissan Leaf is niet met een dergelijke backup uitgerust.

"Indien een elektrische wagen een massapubliek wil bereiken, zal men de consument de gemoedsrust moeten geven dat hij niet ergens onderweg zal stranden," merkt Joel Ewanick op tegenover het magazine Automotive. "Die actieradius-angst is reëel. Daar moeten de autoproducenten zich heel goed van bewust zijn wanneer ze met de marketing van elektrische voertuigen beginnen. Daarom wordt de Chevrolet Volt in eerste instantie als een auto en pas nadien als een elektrisch vervoermiddel naar voor geschoven. De consument is op zoek naar een echte wagen en wil niet ergens onderweg tussen werk en thuis geblokkeerd raken."

"De Nissan Leaf zal vooral als tweede wagen functioneren," merkt autojournalist Bryan Laviollete op. "Iemand die de stad wil verlaten, heeft een andere wagen nodig. De Chevrolet Volt daarentegen kan de enige wagen van een autobestuurder zijn. De Nissan Leaf zal wellicht worden gebruikt om elke dag de verplaatsing naar het werk te maken zonder dat er brandstof wordt verbruikt, maar voor een verdere uitstap is er een andere wagen nodig." Ewanick merkt dan ook op dat de eigenaar van de Chevrolet Volt het hele land kan doorkruisen, wat volgens hem voor de concurrentie onmogelijk is. Hij voegt er aan toe dat de Chevrolet Volt op dat vlak uniek is in zijn concept.