Leiders moeten leren omgaan met tegengestelde eisen

Organisaties stellen aan leidinggevenden steeds meer eisen die tegengesteld lijken. Het omgaan met deze tegenstellingen vraagt bijzonder veel van de leidinggevenden, die hun stijl te vaak baseren op de eigen percepties over een goed en slecht management. Dat stellen de Nederlandse organisatieadviseurs Carin Suurenbroek en Henk van de Steege, die gewag maken van een verwarrende impasse. Volgens hen wordt een goed leider getypeerd door de mogelijkheid om situatiegebonden snel van leiderschapsstijl te kunnen veranderen.

"Bij leiderschap is het vooral belangrijk dat leidinggevenden weten te variëren in leiderschapsstijlen," merken Suurenbroek en van de Steege op. "Goede of foute stijlen bestaan daarom niet." Een leiderschap bestaat volgens hen uit verschillende dimensies. Een aantal dimensies handelen volgens hen over de persoonlijke karaktertrekken van de leidinggevende, zoals een streven naar controle of het geven van vertrouwen. Andere dimensies draaien meer rond de rol van de betrokkene als leidinggevende, zoals de focus op winstgevendheid of duurzaamheid.

"Organisaties en leiders zijn op zoek naar een nieuwe vorm van leiderschap, waarin harde en zachte aspecten levensvatbaar zijn, zonder dat er een keuze gemaakt hoeft te worden," stippen de onderzoekers aan. De verschillende dimensies van leiderschap leren leidinggevenden om te gaan met deze paradoxen. Leidinggevenden die de patronen in het eigen gedrag, gedachten en emoties niet kennen en herkennen, dreigen met een aantal problemen geconfronteerd te worden en kunnen zorgen voor energieverlies, stress of misverstanden."