China wil in primetime geen buitenlandse televisieprogramma's meer

Chinese televisiestations mogen in de toekomst in primetime tussen zeven en tien uur 's avonds geen buitenlandse programma's meer uitzenden. Dat heeft de Chinese State Administration of Radio, Film and Television bekend gemaakt. De maatregel vormt een onderdeel van de strategie van de Chinese overheid om de invloed van de buitenlandse cultuur in te perken. Buitenlandse programma's mogen in totaal ook niet meer dan 25 procent van de totale programmering vertegenwoordigen.

"China maakt een politiek gevoelig jaar door, waarbij het leiderschap over het land zou moeten worden doorgegeven," merkt het persbureau Associated Press op. "President Hu Jintao merkte eerder al op dat de Communistische Partij op de Chinese cultuur moest verstevigen. Begin januari had hij al aangevoerd dat vijandige buitenlandse krachten probeerden om de Chinese maatschappij te verwestenlijken en het land te verdelen met hun culturele invloed. Hu Jintao had benadrukt dat de partijleden alert moesten zijn voor dergelijke pogingen."

De opmerkingen van Hu Jintao vormen onderdeel van een bredere poging van de Communistische Partij om de socialistische principes te versterken in een tegenoffensief tegen liberale Chinezen die oproepen voor algemene waarden, zoals de vrijheid van expressie, die door de Chinese staatsmedia vaak worden afgeschilderd als westerse concepten die niet geschikt zijn voor de specifieke aard van de Chinese maatschappij. De Chinese bevolking protesteert echter steeds meer tegen inkomensongelijkheid en corruptie.

De communistische leiders hebben al aangedrongen dat China meer culturele producten zoals boeken, films en kunst moet creëren om een Chinees en buitenlands publiek aan te trekken. Eerder werd eerder al de uitzending van reality-programma's op de Chinese televisie beperkt.