Schotland begint opnieuw naar goud te graven

In Schotland wordt opnieuw gestart met de ontginning van de Cononish-mijn in de omgeving van Tyndrum. Indien de goudprijzen op een hoog niveau blijven zou de mijn minstens één decennium lang een omzet van 20 miljoen pond per jaar kunnen opleveren. Inmiddels wordt er onderzocht of er nog verdere grote voorraden kunnen worden aangetroffen, zodat de productie zou kunnen worden verder gezet wanneer de huidige Cononish-voorraden zouden zijn uitgeput.

"In de Schotse Hooglanden is al overal goud gevonden," aldus Nyree Hill, geoloog aan de University of Leicester. "Tot nu toe zijn er echter nog geen concentraties zoals in de Cononish-site aangetroffen." Nyree Hill werkt samen met het bedrijf Scotgold Resources aan een project om nieuwe goudvoorraden te vinden. De regio is ook bijzonder moeilijk om te exploreren. Het terrein heeft immers een ruw karakter en gletsjers hebben een dikke laag grond afgezet boven die rotsen die moeten worden onderzocht. Ook het weer en de bosgebieden kunnen de werkzaamheden bemoeilijken.

In de jaren tachtig werd gestart met de eerste exploraties. Toen werd gehoopt dat Cononish de eerste nieuwe Schotse goudmijn zou worden sinds in Leadhills vijfhonderd jaar geleden naar de grondstof werd gedolven om de kroonjuwelen te vervaardigen. Een crash van de goudprijzen op het einde van de jaren negentig maakte echter een einde aan de Cononish-dromen. De voorbije jaren zijn de goudprijzen echter opnieuw sterk gestegen, waardoor Cononish economisch opnieuw leefbaar zou kunnen worden.