Spaanse voetbalclubs tekenen nieuw televisie-contract

Dertig van de tweeënveertig Spaanse topvoetbal-clubs hebben een nieuwe overeenkomst ondertekend over de verdeling van de televisiegelden ondertekend. De overeenkomst werd voorgesteld door Real Madrid en Barcelona, de tweede grootste clubs van het Spaanse voetbal. De nieuwe overeenkomst zou over vier seizoenen van kracht worden. De Spaanse televisie-rechten zouden daardoor het model van de Engelse Premier League volgen. Ook daar onderhandelen de clubs op een collectieve basis met de televisiezenders ook de betaling van de rechten. In het nieuwe systeem zouden de kleinere Spaanse clubs een groter gedeelte van de gelden toegewezen krijgen.

Op dit ogenblik onderhandelen de Spaanse voetbalploegen op individuele basis over de vergoeding van de televisierechten. In het nieuwe voorstel is echter voorzien dat de clubs uit de tweede afdeling 9 procent van de totale inkomsten zouden krijgen. Dat is meer dan verdubbeling tegenover de huidige vergoedingen. Clubs die naar de tweede divisie degraderen zouden kunnen terugvallen op een parachute van 9 miljoen euro om de impact van de terugverwijzing naar de lagere afdeling op te vangen. Real Madrid en Barcelona, die bijzonder veel kritiek hadden gekregen voor hun claim op 40 procent van de totale inkomsten, verklaarden zich akkoord met een gezamenlijk deel van 34 procent.

Tot nu toe is er tussen de grootste en kleinste clubs uit het Spaanse topvoetbal een inkomstenkloof van 130 procent. In het nieuwe verdeelsysteem zou dat verschil worden teruggebracht tot ongeveer 70 procent. Valencia en Atletico Madrid hebben hun aandeel in de totale inkomsten van 13 procent naar 11 procent herleid. Sevilla, Villarreal, Athletico Bilbao, Espanyol en Real Sociedad verzetten zich tegen het nieuwe systeem. Daar is men ervan overtuigd dat het nieuwe systeem onvoldoende financiële steun voorziet om de Spaanse voetbalcompetitie competitiever te maken. Jose Maria Del Nido, president van Sevilla, merkt op dat de titel binnen het nieuwe seizoen de volgende tien jaar al is gereserveerd.