Sportaanbod televisie moet meer gediversifieerd worden

Het sportaanbod op televisie moet meer gediversifieerd zijn. Dat zegt bijna de helft van de respondenten in een Britse onderzoek van de bureaus SMG Insight en YouGov. Daarbij wordt opgemerkt dat 41 procent van de Britse sportliefhebbers het eens is dat ook minder bekende sporten op televisie meer zendtijd zouden moeten krijgen. Daarbij wordt opgemerkt dat de respondenten vooral meer darts op televisie willen. Dat komt volgens de onderzoekers naar uiting in alle sociale en economische groepen van de maatschappij. De respondenten geven aan dat de algemene televisiezenders zelden hun normale programmering onderbreken voor evenementen die niet tot de grote sportactiviteiten of nationale uithangborden - zoals Wimbledon, The Grand National of Boat Race - behoren.

"Het is bijzonder moeilijk om succes te realiseren met gratis content van een sport zoals volleybal of gymnastiek," merkt David Stubley, managing partner van mediaconsulent Sportent, op. "Maar het zou misschien wel mogelijk zijn om een aantal sporten onder één gezamenlijk merk naar voor te brengen, vooral wanneer de zender daarbij op een bestaande media-partner kan rekenen." Stubley voegt er aan toe dat daarbij voor een belangrijke financiële ondersteuning zou moeten worden gezorgd en zou er een intelligente benadering moeten gehanteerd worden om de productiekosten onder controle te houden. Hij merkt echter op het gevoel te hebben dat mediabedrijven in de nabije toekomst een aantal mogelijkheden zullen zien om in die markt te stappen.

Voetbal blijft de meest populaire sport in Groot-Brittannië, maar uit een eerder onderzoek van SMG Insight en YouGov blijkt dat 56 procent van de Britten aangeeft dit jaar op televisie geen wedstrijden uit de Engelse Premier League te zullen volgen. Bij de Engelse vrouwen zegt 70 procent geen plannen te hebben om op televisie naar voetbal te kijken. Er wordt aan toegevoegd dat slechts 2 procent van de voetballiefhebbers aangeeft de wedstrijden op het internet te zullen volgen, ondanks de beschikbaarheid van videostreams. In de leeftijdscategorie tussen achttien en vierendertig jaar zegt 23 procent de voetbalwedstrijd in de pub te bekijken, terwijl 11 procent bij een vriend thuis gaat kijken. Bij vijfenveertigplussers wil daarentegen slechts 7 procent de wedstrijden in de pub bekijken.