Smartphone-penetratie nauw verbonden met inkomen en leeftijd

De smartphone-penetratie is nauw verbonden met inkomen en leeftijd. Dat is de conclusie van een Amerikaans onderzoek van het bureau Nielsen. Opgemerkt wordt dat een verhoogde penetratie van smartphones gelinkt is aan hogere inkomensniveaus. Het grootste verschil tussen de inkomens wordt daarbij opgemerkt in de leeftijdsgroep van de vijfenvijftig-plussers, terwijl de kloof het kleinste blijft in de leeftijdscategorie tussen achttien en vierentwintig jaar.

Bij Amerikanen in de leeftijdscategorie tussen vijfenveertig en vierenvijftig jaar met een inkomen van minstens 100.000 dollar per jaar bedraagt de smartphone-penetratie 60 procent. In de inkomstencategorie van minder dan 15.000 dollar per jaar bedraagt de penetratie daarentegen amper 16 procent. In de leeftijdscategorie tussen vijfenvijftig en vierenzestig jaar kent de hoogste inkomenscategorie een penetratie van 48 procent, tegenover 16 procent in de laagste inkomenscategorie. In de categorie tussen achttien en vierentwintig gaat het om respectievelijk 77 procent en 56 procent.

Hoewel de leeftijdscategorie volgens Nielsen een belangrijke indicatie vormt, blijkt ook de invloed van het inkomensniveau niet onderschat te mogen worden. Terwijl bij consumenten tussen vijfenvijftig en vierenzestig jaar met een inkomen van meer dan 100.000 dollar per jaar de penetratie 48 procent bedraagt, ligt dat bij de leeftijdsgroep tussen vijfentwintig en vierendertig jaar met een inkomen van minder dan 15.000 dollar per jaar op 43 procent en bij de leeftijdsgroep tussen achttien en vierentwintig jaar op 53 procent.

Ook vijfenzestigplussers met een inkomen van meer dan 100.000 dollar per jaar zijn sneller geneigd om een smartphone te bezitten dan de leeftijdsgroep tussen vijfenveertig en vierenvijftig jaar met een inkomen van minder dan 50.000 dollar per jaar.