Onderzoek stelt vragen bij ratingbureaus

Tenminste één van de drie grote ratingbureaus heeft de voorbije dertig jaar de kredietscores van de privésector overdreven in vergelijking met overheidspapieren. Dat is de conclusie van een onderzoek van wetenschappers van de Rice University, American University and Indiana University. De onderzoekers stellen dat hun studie uitwijst dat professionele investeerders het mogelijk bij het rechte eind hebben wanneer ze hun argwaan over de gelijkenissen tussen de waarderingen van de drie grote ratingsbureaus laten blijken.

"In tegenstelling tot de verklaringen van de grote ratingbureaus, kan worden vastgesteld dat de kredietscores niet over de verschillende categorieën vergelijkbaar zijn," merkt onderzoeker John Hund op.
Onder meer stellen de onderzoekers dat er binnen de categorieën met dezelfde ratings heel verschillende patronen kunnen worden vastgesteld. Ook blijkt overheidspapier zwaarder te worden aangepakt, terwijl gestructureerde producten veel vriendelijker worden bejegend dan de traditionele effecten. Bovendien is er vaak een omgekeerde relatie tussen de omzetgroei en kredietrating.

John Hund stelt te hopen dat de studie een nieuw licht zal werpen op het huidige ratingsysteem en organisaties zal aanzetten tot een onafhankelijk onderzoek in plaats van eenvoudig terug te vallen op de beweringen van de ratingbureaus. "Er kan van investeerders verwacht worden dat ze met kennis van zaken beslissingen nemen, maar het huidige ratingsysteem heeft velen een vals gevoel van veiligheid bezorgd," merkt hij op. "Een consistent ratingsysteem is cruciaal voor de toekomstige financiële gezondheid van de economie."