Europese zonnekracht tegen einde decennium concurrentieel

De Europese fotovoltaïsche industrie kan tegen het einde van het decennium een concurrentiële positie hebben opgebouwd tegenover conventionele energievormen. Dat zegt de European Photovoltaic Industry Association (EPIA). Er wordt echter aan toegevoegd dat dit streefdoel in een aantal landen sneller zou kunnen worden bereikt. Onder meer in Italië zou zonnekracht over twee tot drie jaar al kunnen concurreren met andere energiebronnen. Bepalend daarvoor zijn volgens de organisatie beleidsbeslissingen en marktomstandigheden.

"De fotovoltaïsche industrie is nog steeds afhankelijk van overheidssteun," merkt de sectororganisatie op. "Daarbij werden incentives gegeven aan de producenten van zonnekracht, die konden worden doorgespeeld naar de factuur van de eindklant. Inmiddels hebben regeringen die steun aan de industrie echter beginnen terug te schroeven om de industrie te verplichten zijn kosten sneller terug te schroeven. Dat proces heeft de winsten van de bedrijven echter aangetast."

"Afhankelijk van de omstandigheden kan de prijs van een kilowattuur zonnekracht tegen het einde van het decennium dalen tot een bedrag tussen 0,08 euro en 0,18 euro," merkt de organisatie nog op. "Op dit ogenblik varieert dat niveau tussen 0,16 euro en 0,35 euro per kilowattuur." De kostprijs voor steenkool kost in Duitsland op dit ogenblik 0,9 euro per kilowattuur. De Europese Unie wil tegen het einde van het decennium het aandeel van duurzame bronnen in de energievoorziening met 20 procent opdrijven.