Bizonboerderijen kunnen niet aan vraag voldoen
Amerikaanse bizonboerderijen hebben het moeilijk om te voldoen aan de groeiende vraag. Dat is het gevolg van de toenemende interesse van het publiek voor bizonvlees, dat het voorbije decennia werd gepromoot als een gezond alternatief voor de klassieke vleescategorieƫn. Bizonvlees wordt aanbevolen omwille van zijn lage vetgehalte en lage niveaus aan cholesterol. Die groeiende vraag heeft ook de prijzen opgedreven. Ook tijdens de economische crisis is de interesse van het Amerikaanse publiek voor het bizonvlees, ondanks die hogere prijs, op peil gebleven. Bizonvlees wordt op dit ogenblik aan ongeveer 7 dollar per pond op de markt aangeboden. Dat is een stijging met bijna 2 dollar tegenover vorig jaar.
"Bizons groeien trager dan ander vee," merkt Dave Carter, executive director van de Amerikaanse National Bison Association, op tegenover het persbureau Associated Press. "Een bizonkoe kan pas ten vroegste na drie jaar een kalf hebben. Bij runderen kunnen koeien al na twee jaar kalveren. Bovendien beschouwen veel producenten bizonkoeien veel waardevoller voor de teelt dan voor de vleesmarkt. Dat betekent dat er veel minder bizonvlees op de markt wordt gebracht. Het is dan ook een bijzonder grote uitdaging om de vraag te kunnen bijhouden." Volgens telers zal het meer dan vijf jaar duren vooraleer het bizonbestand aan de consumentenvraag zal kunnen voldoen.
South Dakota, Montana, North Dakota, Nebraska en Colorado zijn de belangrijkste bizonregio's van de Verenigde Staten. Dave Carter merkt echter op dat er op dit ogenblik echter in alle vijftig Amerikaanse staten bizons worden gekweekt, met inbegrip van Hawaii en Long Island in New York. Uit ramingen van het Amerikaanse ministerie van landbouw blijkt dat er drie jaar geleden 200.000 bizons worden gehouden op ongeveer 4.500 boerderijen. In totaal leven er in Noord-Amerika, met inbegrip van nationale parken en natuurreservaten, op dit ogenblik ongeveer 450.000 bizons. EĆ©n eeuw geleden waren er nog amper een duizendtal bizons over.
"Bizons groeien trager dan ander vee," merkt Dave Carter, executive director van de Amerikaanse National Bison Association, op tegenover het persbureau Associated Press. "Een bizonkoe kan pas ten vroegste na drie jaar een kalf hebben. Bij runderen kunnen koeien al na twee jaar kalveren. Bovendien beschouwen veel producenten bizonkoeien veel waardevoller voor de teelt dan voor de vleesmarkt. Dat betekent dat er veel minder bizonvlees op de markt wordt gebracht. Het is dan ook een bijzonder grote uitdaging om de vraag te kunnen bijhouden." Volgens telers zal het meer dan vijf jaar duren vooraleer het bizonbestand aan de consumentenvraag zal kunnen voldoen.
South Dakota, Montana, North Dakota, Nebraska en Colorado zijn de belangrijkste bizonregio's van de Verenigde Staten. Dave Carter merkt echter op dat er op dit ogenblik echter in alle vijftig Amerikaanse staten bizons worden gekweekt, met inbegrip van Hawaii en Long Island in New York. Uit ramingen van het Amerikaanse ministerie van landbouw blijkt dat er drie jaar geleden 200.000 bizons worden gehouden op ongeveer 4.500 boerderijen. In totaal leven er in Noord-Amerika, met inbegrip van nationale parken en natuurreservaten, op dit ogenblik ongeveer 450.000 bizons. EĆ©n eeuw geleden waren er nog amper een duizendtal bizons over.
Labels: bizon, landbouw, Verenigde Staten, voeding
0 Comments:
Post a Comment
Subscribe to Post Comments [Atom]
<< Home