Amerikanen verzetten zich tegen regelgeving internet

Een meerderheid van de Amerikaanse bevolking verzet zich tegen een regulering van het internet door de overheid. Dat is de conclusie van een onderzoek van het bureau Rasmussen. Daarbij bleek dat slechts 21 procent van de respondenten wenst dat de Amerikaanse Federal Communication Commission (FCC) een grotere controle zou uitoefenen over de werking van het internet. Rasmussen stelt dat de Amerikaanse bevolking van mening is dat de vrije markt de internet-gebruiker beter zal beschermen dan een inmenging van de overheid, terwijl ook gevreesd wordt dat de regelgeving zal worden gebruikt om een politieke agenda door te drukken.

Uit het onderzoek bleek dat 56 procent van de respondenten van mening was dat de Federal Communication Commission van de greep op het internet gebruik zou maken om een politieke agenda door te drukken. Slechts 28 procent was van oordeel dat de overheid het internet op een onbevooroordeelde manier zou benaderen. Het onderzoek kadert in het problematiek van de netneutraliteit, waarbij gestreefd wordt om te beletten dat internet-providers een impact zouden kunnen hebben op de toegankelijkheid van het online platform. De Federal Communication Commission heeft onlangs beslist om de regelgeving over netneutraliteit uit te breiden.

Een woordvoerder van het Media Access Project, voorstander van netneutraliteit, merkt echter op dat de onderzoekers het antwoord in een bepaalde richting hebben gestuurd. "De nieuwe regels van de Federal Communication Commission hebben immers geen betrekking op het gebruik van het internet, maar alleen op het gedrag van de internet-providers," benadrukt Andrew Schwartzmann, beleidsdirecteur van het Media Access Project. Er is nooit sprake geweest van een regelgeving voor het internet zoals dat het geval is voor radio en televisie. Het Amerikaanse Supreme Court heeft al geoordeeld dat er dergelijke regelgeving op het gebruik van het internet ongrondwettelijk zou zijn."