Hogedefinitie-televisie nog niet ingeburgerd

In de Verenigde Staten heeft 56 procent van de televisie-bezitters een hogedefinitie-toestel (hdtv). Dat zou kunnen betekenen dat hogedefinitie-televisie één van de consumptie-technologieën is die het snelst een grote doorbraak bij het publiek kent. Dat blijkt uit een rapport van het bureau Nielsen. Tegelijkertijd echter blijkt dat de adoptie van de aanverwante diensten veel minder snel gaat. Daarbij wordt opgemerkt dat bij kabelkijkers slechts 13 procent van de totale tijd naar hogedefinitie-programma's kunnen kijken. Bij de omroepen is dat 19 procent. Meer dan 80 procent van de programma's wordt nog altijd op een traditionele manier uitgezonden.

Sportuitzendingen worden volgens Nielsen het meest in hdtv-versie bekeken (21 procent). Er wordt aan toegevoegd dat de leeftijdscategorie tussen achttien en vierendertig jaar de belangrijkste consumenten zijn van het hdtv-aanbod. In deze leeftijdsgroep bedraagt de hdtv-penetratie 28 procent bij sportprogramma's en 23 procent bij entertainment-programma's. Ook nieuwsuitzendingen halen relatief hoge scores. Daar wordt in de leeftijdscategorie tussen vijfendertig en vierenzestig jaar een penetratie van 20 procent opgetekend. In de leeftijdsgroep tussen twee en elf jaar bedraagt dat 22 procent, een mysterieus resultaat waar Nielsen zegt geen verklaring voor te hebben.

De onderzoekers stellen dat er ook opmerkelijke etnische verschillen kunnen worden vastgesteld in het hdtv-gebruik. Bij Aziatisch-Amerikanen loopt de penetratie op tot ongeveer twee derde. Daarentegen wordt bij Afro-Amerikaanse gezinnen slechts een score van ongeveer 50 procent opgetekend. De blanke en latino bevolking volgt ongeveer het Amerikaanse gemiddelde. Nielsen zegt te verwachten dat de hdtv-penetratie in de toekomst verder zal stijgen. Daarbij wordt erop gewezen dat naarmate meer hdtv-toestellen, ook kinderen steeds meer in hogedefinitie zullen kijken. Bovendien zullen de providers volgens de onderzoekers hun hdtv-aanbod verder uitbreiden.