Zweeds wetenschapper scheidt kernafval

De opslagtijd van nucleair afval kan gevoelig worden gereduceerd. Dat blijkt uit een onderzoek aan de Chalmers universiteit uit Zweden. Daarbij wordt gesteld dat nucleair afval kan gescheiden worden en dat bij een groot gedeelte daarvan de radioactiviteit sneller kan afgebouwd worden.

"In Zweden moet nucleair afval 100.000 jaar lang opgeslagen worden," stipt onderzoeker Mikael Nilsson aan. "Er bestaan echter methodes om die opslagtijd te beperken tot 1.000 jaar. Centraal daarbij staat de scheiding tussen radioactieve materialen met een korte en een lange levensduur."

Er is wereldwijd een hernieuwde belangstelling voor kernenergie, wat tot de bouw van nieuwe reactoren leidt. Andere landen zetten de afbouw van hun nucleaire parken verder. "Maar in beide gevallen moet er een antwoord gevonden worden voor de verwerking van het kernafval," merkt Nilsson op. "In sommige gevallen kan die herbruikt worden, maar uiteindelijk moet het restafval voor een lange periode ergens veilig opgeslagen kunnen worden."

Nilsson stelt dat het gebruik van transmutatie de omvang van dat restafval en de opslagtijd gevoelig kan verminderen. "Transmutatie gaat gepaard met een efficiënte scheiding van de onderdelen van de gebruikte brandstof," aldus Nilsson. De Zweedse wetenschapper zou nu een efficiënte methode ontwikkeld hebben om dat kernafval inderdaad te scheiden. Het onderzoek werd gesteund door het Europese onderzoeksproject Europart en bedrijven zoals het Franse CEA.