Koeweit zet oliebeleid verder

Het overlijden van emir Sheikh Jaber al-Ahmed al-Sabah zal niets veranderen aan de oliepolitiek van Koeweit. Dat hebben verantwoordelijken van de petroleumsector van het emiraat bekend gemaakt. Het staatshoofd van Koeweit is zondag overleden aan de gevolgen van een slepende ziekte. Later deze maand moet in het parlement een belangrijke beslissing genomen worden over de toekomst van de olieproductie van het emiraat.

"Koeweit zal zijn beleid verder zetten om de globale markt verder te bevoorraden en de petroleumproductie ondervindt geen gevolgen van de dood van de emir," vertelden woordvoerders van de petroleumsector van het emiraat aan het persbureau Reuters. "Koeweit zal verder samenwerken met de Organisatie van Olieproducerende Landen (OPEC), waarbij zowel de belangen van de producenten als van de consumenten centraal zullen staan."

De productie van Koeweit zit op dit ogenblik dicht tegen zijn maximale capaciteit van 2,7 miljoen vaten per dag. Het emiraat controleert ongeveer tien procent van de wereldwijde oliereserves. Bovendien bezit Koeweit ook drie raffinaderijen met een totale verwerkingscapaciteit van 930.000 vaten ruwe olie per dag.

Ondanks de dood van de emir, is de productie op volle capaciteit blijven draaien. Farouk al-Zanki, topman van Kuwait Oil Company (KOC) stelde wel dat het bedrijf voor een rouwperiode van drie dagen zou sluiten, net zoals alle andere officiële activiteiten van het emiraat. De overleden emir wordt opgevolgd door kroonprins Sheikh Saad al-Abdulla al-Sabah, maar diens wankele gezondheid heeft heel wat vragen doen oprijzen over de toekomst van Koeweit, een trouwe bondgenoot van de Verenigde Staten.

Analisten stellen dat Saad weliswaar het officiële staatshoofd van Koeweit wordt, maar dat de eigenlijke leiding in handen zal blijven van eerste minister Sheikh Sabah al-Ahmad al-Sabah. Die was trouwens ook de voorbije vier jaar al de machtigste figuur van het emiraat. Verwacht wordt dan ook dat het huidige beleid van Koeweit verder gezet zal worden. De regering van Koeweit werkt aan een investeringsproject van 8,5 miljard dollar, waarbij op multinationals beroep gedaan zou worden om vier belangrijke olievelden te moderniseren, zodat de productie opgedreven zou kunnen worden.

Het project, waarvan in het begin van de jaren negentig voor het eerst gewag werd gemaakt, wordt op 23 januari door het parlement van het emiraat besproken. Kandidaat-investeerders zijn onder meer een aantal consortia, geleid door BP, Exxon Mobil en Chevron. Zij zouden consessies kunnen verwerven voor het exploiteren van de velden, maar zouden geen partner kunnen zijn in de productie of het het uitbouwen van oliereserves. De regering van Koeweit stelt dat het project belangrijk is om de olieproductie op te drijven, maar in het parlement zijn stemmen opgegaan dat het plan geen garanties biedt op het veilig stellen van de olierijkdom van het land.