Geld wereldbank in Tsjaadse schatkist

De regering van het Afrikaanse Tsjaad heeft beslist om geld van de Wereldbank, bestemd voor de armoedebestrijding, over te hevelen naar de schatkist. De Wereldbank overweegt stappen te ondernemen om het land tot andere gevoelens te brengen en eventueel verdere hulp op te schorten.

Centraal in de rel staat een oliepijplijn van duizend kilometer tussen de oliegebieden van Tsjaad en de kust van Kameroen. De pijpleiding zou Tsjaad jaarlijks 80 miljoen dollar inkomsten moeten opleveren. Voor de aanleg van het traject - dat een investering van ongeveer vier miljard dollar vergde - was echter een financiële steun van de Wereldbank nodig. Die zegde in 2000 financiële hulp toe, maar onder bepaalde voorwaarden.

Zo werd vastgelegd dat in ruil voor financiële hulp, een belangrijk gedeelte van de oliegelden moest besteed worden aan gezondheidszorg, onderwijs, sociale voorzieningen en plattelandsontwikkeling. Bovendien moest tien procent van de inkomsten worden gestort in een zogenaamd Future Generations Fund, wat het land een financiële reserve moest bezorgen wanneer de olievoorraden uitgeput zouden raken.

De regering van Tsjaad heeft nu echter eenzijdig beslist de zogenaamde Petroleum Revenue Management Law (PRML) aan te passen. Daardoor kan van de inkomsten vijftien tot dertig procent meer naar de staatskas vloeien. Ook het Future Generations Fund werd opgezegd. De Wereldbank stelt echter dat hierdoor het welzijn van de arme bevolkingsgroepen van Tsjaad wordt bedreigd. Er werd dan ook gesteld dat overwogen wordt om maatregelen te nemen.

Het is niet onmogelijk dat de Wereldbank nieuwe kredieten of schenkingen aan het land opschort en geld voor bestaande projecten beslist in te houden. Tevens zou een versnelde terugbetaling van leningen kunnen gevorderd worden. De regering van Tsjaad stelt echter dat de Wereldbank geen oog heeft voor de budgettaire situatie van het land. Er wordt onder meer gewezen op de beveiliging van de grens met de Soedanese provincie Dafur. Daar woedt immers een oorlog en duizenden Soedanezen zijn het voorbije jaar op de vlucht geslagen naar Tsjaad, dat de Soedanese regering er tevens van beschuldigt rebellen in Tsjaad financieel te ondersteunen.