Venezolaans ultimatum voor ExxonMobil

De druk van Zuid-Amerikaanse leiders op westerse bedrijven neemt toe. Zo heeft het olieconcern ExxonMobil van Venezuela een ultimatum gekregen om nog voor het einde van het jaar toe te treden tot een joint-venture met de staat. Indien het bedrijf daar niet op ingaat, verliest het meer dan waarschijnlijk al zijn consessies op Venezolaanse olievelden.

De Venezolaanse regering van Hugo Chavez heeft met bijna alle buitenlandse oliebedrijven een dergelijke overeenkomst getekend. Daarbij kreeg de staat telkens de meerderheid in de nieuwe structuren. Meteen kan Venezuela, dat de grootste petroleumreservers van de wereld heeft, beslissen wat die buitenlandse bedrijven kunnen en mogen doen. Bovendien zullen de betrokken bedrijven - waaronder Chevron, BP, Shell en Total - in de toekomst zwaardere belastingen moeten betalen.

Chavez stelt dat het alleen maar eerlijk is dat buitenlanders financieel over de brug moeten komen, aangezien ze in het verleden altijd goedkoop zijn weggekomen. Het extra geld zou besteed worden aan sociale projecten in sloppenwijken en arme landelijke gebieden. Maar ExxonMobil heeft tot nu toe altijd geweigerd in te gaan op de nieuwe eisen van de Venezolaanse overheid. Indien het bedrijf voet bij stuk houdt, dreigt het al zijn oliebelangen in het land kwijt te raken.

De buitenlandse energiebedrijven raken hoe langer hoe meer geïrriteerd door de minderheidsrol die hen door de linkse regeringen van Zuid-Amerikaanse landen wordt opgedrongen. Met de verkiezing van de linkse president Morales dreigt nu ook Bolivië het Venezolaanse voorbeeld te zullen volgen en hen nieuwe voorwaarden te zullen opleggen.