Rio Tinto start kopermijn in Peru

De Britse groep Rio Tinto start in Peru met een groot koperproject op een hoogte van meer dan tweeduizend meter. Het gebied zou één van de grootste kopervoorraden hebben van het Zuid-Amerikaanse land, de derde grootste producent ter wereld. Door de hogere prijzen zou het gebied nu wel economisch rendabel kunnen worden.

Rio Tinto betaalt 82 miljoen dollar voor het kopergebied van La Granja. De totale ontwikkelingskosten van het gebied wordt door de Peruaanse regering geschat op 700 miljoen dollar. La Granja omvat ongeveer 1,2 miljard ton erts met een kopergehalte van 0,65 procent. Daarmee is het gebied één van de grootste kopervoorraden van het land. De ontginning zou over een achttal jaar kunnen beginnen.

Het gebied omvat echter ook een groot gehalte arsenicum, waardoor de mijnoperaties ingewikkelder en duurder worden. Rio Tinto geeft toe dat dit voor een grote technische uitdaging zal zorgen, maar voegt er aan toe dat de grote voorraden de operaties economisch rendabel kunnen maken. La Granja is twee keer zo omvangrijk als het Las Bambas-gebied, dat in augustus door het Zwitserse Xstrata werd aangekocht voor een bedrag van 121 miljoen dollar. Las Bambas heeft echter een kopergehalte van ongeveer 2 procent.

La Granje bevat ook goud en zilver. Eerdere pogingen om het gebied te verkopen, mislukten door de hoge ontwikkelingskosten en het lage kopergehalte. Door de goedkope metaalprijzen werd een ontginning destijds als weinig rendabel bestempeld. Door de gestegen grondstofprijzen veranderde echter die situatie. De koperprijs bedraagt nu ongeveer 4,4 dollar per kilogram. In 2001 was dat nog 1,3 dollar per kilogram.

In La Granja werd eerder ook al een ader van 100.000 kubieke meter diamant ontgonnen. La Granja beslaat een oppervlakte van ongeveer 3.900 hectaren.