Verzweeg Frankrijk Tsjernobil-gevolgen?

De Franse overheid heeft bewust informatie achtergehouden over de verspreiding van radioactieve neerslag boven Frans grondgebied na het kernongeval van Tsjernobil in mei 1986. Dat blijkt uit een rapport van onafhankelijke wetenschappers, die stellen dat de Franse Centrale Dienst voor Bescherming tegen Radioactieve Stralingen (SCPRI) op de hoogte was van hoge stralingniveau's in Corsica en zuidoost Frankrijk, maar die gegevens hebben achter gehouden.

Het onderzoek werd bevolen door magistraat Marie-Odile Bertella-Geffroy, die sinds 2001 beweringen heeft gecontroleerd dat de atoomwolk van Tsjernobil een opstoot van schildklierkanker heeft veroorzaakt in sommige regio's van Frankrijk. Het rapport stelt dat de SCPRI onduidelijke kaarten ter beschikking heeft gesteld die de hoge straling in bepaalde regio's hebben verbloemd. Dat meldt het magazine Expatica.

Er wordt aan toegevoegd dat een volledige informatieverstrekking aan gezondheidszorg had toegelaten om de nodige stappen te nemen, zodat het ziekterisico voor kwetsbare groepen - zoals kinderen en zwangere vrouwen - beperkt had kunnen worden. "Zoals in andere landen wel gebeurd is, had men de bevolking moeten waarschuwen geen verse groenten of melkproducten te consumeren of kinderen te weerhouden in zandbakken te spelen," aldus de critici. "Die producten nemen immers gemakkelijk radioactiviteit op."

"Het is de eerste keer dat een onafhankelijk rapport de bewering ondersteunt van de anti-kernbeweging. Die stelt immers dat de Franse overheid de gevaren van de kernwolk alijd bewust heeft geminimaliseerd," voert Expatica aan. Eerder dit jaar heeft de anti-kernlobby geëist dat er een strafonderzoek zou komen tegen gewezen SCPRI-directeur Pierre Pellerin. Maar er wordt ook gesteld dat niet iedereen het eens is over de vermoede band tussen Tsjernobil en de stijging van het aantal schildklierkankers, een trend die in het midden van de jaren zeventig is begonnen.