Westen moet Afgaanse opium opkopen

De westerse wereld moet de Afgaanse opiumoogst opkopen en gebruiken voor de productie van pijnstillers. Dat stelt de Senlis Council, een internationale denktank rond geneesmiddelen. Het heeft volgens de groep geen zin om te proberen die oogst te vernietigen.p>"Er zijn plannen om 3.000 Britse militairen te sturen om de opiumoogst in Afganistan te vernietigen," stelt de Engelse krant The Telegraph. "Maar dat plan is volgens de Senlis Council gedoemd om te mislukken."

Sinds de val van het Taliban-regime heeft Afganistan zich opnieuw opgewerkt tot marktleider van de opiumproductie. Een groot gedeelte van de heroïne op de westerse markt komt van afgelegen Afgaanse bergdorpen, die gecontroleerd worden door krijgsheren en waar de centrale regering in Kaboel weinig vat heeft.

Volgens de Verenigde Naties was de Afgaanse narco-economie vorig jaar verantwoordelijk voor 87 procent van de wereldwijde illegale opiumvoorraad. Het zou daarbij gegaan zijn om een productie van 4.100 ton. Ongeveer 3,5 miljoen Afganen zijn betrokken bij de opiumhandel, die ongeveer twee derden van het bruto binnenlands product van het land vertegenwoordigt.

De Senlis Council wil een systeem ontwikkelen waarin de Afgaanse regering de papaverteelt zou controleren voor de productie van pijnstillers op basis van opium, zoals morfine en codeïne. Een militaire campagne om de oogst te vernietigen, zal volgens de organisatie niets opleveren en de kwetsbare democratie van het land destabiliseren.

"Het is gewoonweg onrealistisch om zelfs maar te proberen de oogst te vernietigen," stipte Senlis-directeur Emmanuel Reinert aan. "Hoe kan men hopen een stabiliteit te bereiken en de steun te krijgen van de boeren door het vernietigen van een oogst die hun inkomen garandeert."

Senlis voegt er aan toe dat er een tekort is aan pijnstillers. Bovendien verleent de Europese Unie aan een aantal boeren het recht om gecontroleerd opium te telen. "Die kans zouden ook de Afgaanse boeren moeten krijgen," merkt de organisatie op.