Albanië vecht tegen energiecrisis

Albanië probeert wanhopig een uitweg te zoeken uit zijn energiecrisis, die het land al een hele week nagenoeg lam heeft gelegd. Er is slechts elektriciteit voor enkele uren per dag, maar afgelegen dorpen moeten het helemaal zonder nutsvoorzieningen stellen.

De meeste Albanezen zijn achttien uur lang afgesloten van elektriciteit voor verlichting en verwarming. Alleen nooddiensten en buitenlandse ambassadies hebben ongelimiteerde toegang tot het elektriciteitsnet.

Analisten maken gewag van de zwaarste energiecrisis die Albanië ooit heeft meegemaakt. De regering zou van plan zijn om tachtig kleine waterkrachtcentrales te privatiseren en de energie-invoer op te drijven.

De watervoorraden van de krachtcentrales zouden op een absoluut minimumniveau teruggevallen zijn. De centrales zijn ook relatief oud en niet goed onderhouden. Door de lage waterstand zou een groot aantal nagenoeg buiten werking zijn gesteld.

Het energiebedrijf Kesh heeft inmiddels elektriciteit ingevoerd vanuit Roemenië en Bulgarije en hoopt ook vanuit Italië energie te kunnen betrekken. Albanië zou echter nog amper een marge hebben van twee weken en er wordt druk onderhandels om nieuw contracten af te sluiten.

De Albanese eerste minister Sali Berisha zou beloftes gekregen hebben van het Italiaanse energiebedrijf Enel en stelde dat de crisis zou kunnen afgewenteld worden. Berisha legt de verantwoordelijkheid bij zijn socialistische voorgangers, die bij hun vertrek in september het nagelaten hadden om de energiecontracten te vernieuwen. De socialisten verwijten Berisha van amateurisme bij het aanpakken van de crisis.