Ostchemie opnieuw op niveau DDR-periode?

De scheikundige industrie van Oost-Duitsland heeft opnieuw het niveau bereikt van de DDR-economie voor het uit elkaar vallen van het Oostblok. Daarmee is de sector volgens Nordostchemie-voorzitter Rolf Siegert het absolute succesverhaal van het vroegere communistische Duitsland. Maar vergelijkingen met vijftien jaar geleden gaan niet helemaal op. Vooral op het vlak van tewerkstelling is er een groot verschil.

De Ostchemie kent sinds 1993, toen de scheikundige sector van de gewezen DDR van de ondergang gered werd door onder meer tussenkomst van toenmalig kanselier Helmut Kohl, een constante groei en kent dit jaar een vooruitgang van meer dan tien procent.

Tussen 1990 en 1993 ging het bijzonder slecht met de sector. Tijdens die vier jaar ging het in een duikvlucht naar beneden, met een gigantische ontslagbeweging. Daardoor werd de scheikunde activiteit in gebieden als Leuna, Bitterfeld of Wolfen nagenoeg gedecimeerd.

In 1989, het laatste jaar van het DDR-bestaan, vertegenwoordigde de scheikunde een bedrag van 10,3 miljard euro. Dit jaar wordt een niveau van 10,8 miljard dollar in het vooruitzicht gesteld. Samen met de auto- en chipsindustrie wordt de scheikunde beschouwd als de economische pijler van Oost-Duitsland.

Maar de Duitse krant Die Welt stelt dat de Ostchemie toch nog altijd slechts negen procent van de Duitse scheikundige industrie vertgenwoordigt. "Naar gelang het aantal bewoners zou dat het dubbele moeten zijn," aldus nog de krant. Hetzelfde geldt ook voor de tewerkstelling, die vandaag op 37.000 jobs ligt. In 1989 werkten in de sector niet minder dan 180.000 mensen.