Managing21

Een weblog rond marketing en economie

Wednesday, September 07, 2005

Poolse boer gelooft weer in toekomst


De Poolse landbouw lijkt het goed te doen. Dankzij Europese subsidies heeft er een schaalvergroting plaats, waarbij ook een grotere productiviteit gerealiseerd wordt. Maar ook psychologisch lijkt Europa er iets bereikt te hebben. De Poolse boer gelooft weer in de toekomst.

"Amper één decennium geleden werden de akkers in Polen nog grotendeels met paard en ploeg bewerkt," schrijft Tom Hundley in The International Herald Tribune. "Maar inmiddels behoren dergelijke beelden tot het verleden. Het is duidelijk dat het geld van de Europese Unie het Poolse platteland op één jaar tijd al grondig veranderd heeft."

Polen is de grootste van de tien nieuwe lidstaten van de Europese Unie, die jaarlijks 12 miljard dollar investeert in hulpprojecten voor die nieuwe leden. Daarvan krijgt Polen nagenoeg de helft. Die hulp zal volgend jaar wellicht verdubbeld worden en blijft gehandhaafd tot 2013.

Hundley stelt dat de Europese hulp de voorbije tien jaar ook al het economisch peil van Ierland, Spanje en Griekenland heeft opgekrikt. "Polen, Slowakije en andere EU-leden uit het voormalige Sovjet-blok hopen dat ook zij daar nu profijt uit zullen kunnen halen," benadrukt hij.

Daarbij kunnen landbouwers soms vijftig procent verlaging krijgen op de aankoop van landbouwalaam.

In de aanloop naar het EU-lidmaatschap keken Europa en Polen volgens Hundley elkaar met wantrouwen aan. "De Europese Unie voelde er niets voor om de onrendabele Poolse boerderijen te subsidiëren, terwijl de Poolse boeren concurrentie vreesden van hun zwaar gesubsidieerde collega's uit West-Europa," benadrukt hij.

De helft van het Europees budget - 50 miljard dollar - gaat naar landbouwsubsidies. "Landbouwers uit rijke landen zoals Frankrijk beschouwen die subsidies als een verworven recht," stipt Hundley aan. "Maar omdat slechts 4 procent van de totale Franse arbeidsbevolking actief is in de landbouw, heeft deze gulheid pas onlangs de irritatie van de Europese belastingbetaler beginnen op te wekken," aldus de IHT-correspondent.

Hij voegt er aan toe dat in Polen bijna de helft van de arbeidsbevolking nog altijd zijn inkomen haalt uit de landbouw. "Maar de Europese Unie maakte dduidelijk dat men het zich niet kon veroorloven om de normale subsidies te betalen aan al die Poolse boeren," stelt Hundley. "Daarom werd voorgesteld om dat bedrag te herleiden tot een kwart."

Tot grote woede van de boeren werd dat voorstel door de Poolse overheid aanvaard. "Dat leidde tot een revolte van het platteland," zegt Hundley. "De varkensboer Andrzey Lepper vormde een anti-Europese partij, die het bij de parlementsverkiezingen van 2001 tot derde grootste partij van het land bracht. Lepper bleef succes boeken tot Polen toetrad tot de Europese Unie, maar lijkt nu grond te verliezen."

"De Poolse boeren zijn nog altijd ontevreden en zeggen dat de schuld daarvan bij de Europese Unie ligt," merkt Edward Majewski, landbouw-expert aan de landbouwuniversiteit van Warschau. "Maar uiteindelijk is het voor niemand op een catastrofe uitgedraaid."

Polen heeft twee miljoen boerderijen, maar 1,2 miljoen zijn niet groter dan tien hectaren en produceren amper genoeg om de boer en zijn gezin te voeden. In totaal zouden slechts een 100.000 Poolse boerderijen economisch echt rendabel zijn. In het weinig vruchtbare oosten zijn er nog altijd boerderijen van minder dan vijf hectaren.

De toetreding tot de Europese Unie betekende grote veranderingen voor het Poolse platteland. Boeren die twintig jaar geleden minder dan twintig hectaren grond hadden, bewerken nu honderd hectaren. "Ze kopen en huren zoveel land ze kunnen," aldus Majewski. "Daardoor wordt hun productie veel eenvoudiger."

Land wordt gehuurd of gekocht van boeren die niet voldoende oppervlakte hebben om een rendabel landbouwbedrijf te kunnen uitbouwen. Maar desondanks blijft het groot aantal kleine boerderijen volgens Hundley opvallend. "De Poolse boer heeft een bijna religieuze verbondenheid met zijn land," meent hij.

In tegenstelling tot andere voormalige Oostblok-landen, hebben de communistische leiders van Polen nooit veel meeval gekend in hun pogingen om de landbouw te collectiveren. Minder dan een kwart van het Poolse landbouwgebied is dan ook in handen van de overheid.

"Maar de Europese Unie lijkt te kunnen realiseren wat voor het communistische regime onmogelijk leek," stipt Hundley aan. "Europa maakt de Poolse landbouw efficiënter door de grootste en meest productieve eenheden te belonen en de kleine spelers stilaan te laten stoppen."

Het belangrijkste daarbij zijn de landbouwsubsidies. Een Poolse boer krijgt gemiddeld ongeveer 50 dollar per hectare. Dat is weliswaar amper een kwart van de steun aan West-Europese boeren, maar het is in de Poolse economie wel een belangrijk bedrag. De Poolse overheid doet daar trouwens nog eens 30 procent bij.

Europa zal die steun met vijf procent per jaar opdrijven, tot de Poolse landbouwers in 2013 op hetzelfde niveau zitten als de rest van de Europese Unie. Grote boerderijen herinvesteren dat geld in de aanschaf van meer land en beter alaam. "Voor de kleine boerderijen, dikwijls uitgebaat door oudere mensen, vormen deze subsidies een extra pensioen," aldus nog Hundley.

De subsidies leveren een hogere productiviteit en betere grond op, maar volgens sommige analisten is het resultaat vooral psychologisch. "Voor de eerste keer in vele generaties, zien de Poolse boeren een toekomst," stellen ze.

0 Comments:

Post a Comment

Subscribe to Post Comments [Atom]

<< Home