Nanosensoren kunnen alternatief worden voor dierproeven

Nanosensoren zouden kunnen worden ingezet als alternatief voor dierproeven. Dat hebben onderzoekers van het Fraunhofer Research Institute in München gezegd. De Duitse onderzoekers stellen dat het mogelijk zal zijn om geïsoleerde levende cellen van mensen of dieren aan substanties te kunnen blootstellen, waarop aan de hand van nanosensoren de impact zou kunnen worden geregistreerd. Inmiddels hebben de Duitse wetenschappers ook al alternatieve sensoren ontwikkeld om onder meer de kwaliteit van verpakt vlees te controleren.

"Er wordt al decennia kritiek geuit op dierenproeven," merken onderzoeker Jennifer Schmidt op. "Voorlopig lijkt dat protest echter weinig resultaten op. Het aantal testen met laboratorium-dieren blijft toenemen. In het midden van het voorbije decennium werden in Duitse laboratoria 2,41 miljoen dieren gebruikt voor wetenschappelijk onderzoek. Tegen het einde van het decennium was dat echter opgelopen tot 2,79 miljoen dieren. Het publiek verwacht veilige therapieën, maar nagenoeg niemand voelt zich gelukkig dat daarvoor dierenproeven noodzakelijk zijn."

"Wetenschappers zijn dan ook al jaren op zoek naar methodes om dierproeven te vervangen", voert Jennifer Schmidt nog aan. De Duitse wetenschapster benadrukt dat de nanosensoren van het Fraunhofer Research Institute niet schadelijk zijn voor cellen, gemakkelijk door membranen kunnen passeren en eventueel gericht gestuurd kunnen worden naar specifieke punten waar het effect de meeste wetenschappelijke resultaten zou opleveren." De nanosensoren moeten nog wel door de autoriteiten worden goedgekeurd.