Britse voedingsexport mikt op nieuwe markten

Groot-Brittannië heeft het voorbije jaar voor ruim 10,83 miljard pond voeding en drank geëxporteerd. Dat betekent een stijging met 11 procent tegenover het jaar voordien. Er wordt aan toegevoegd dat die groei producenten de mogelijkheid biedt om uit te kijken naar nieuwe markten. Bovendien tonen de cijfers volgens analisten aan hoe belangrijk de sector is voor de totale Britse economie. Er wordt aan toegevoegd dat de sector - waarin geen alcoholische dranken zijn opgenomen - voor het zesde jaar op rij een exportgroei heeft laten optekenen.

"De cijfers tonen aan dat de sector ook in staat is om de gevolgen van een economische crisis op te vangen," aldus het webmagazine Foodnavigator.com. "De sector is weliswaar onderhevig aan de fluctuaties van de prijzen voor grondstoffen, maar de consument bespaart op deze producten minder dan op niet-essentiële goederen." Ierland en Frankrijk vormen de belangrijkste exportmarkten voor Britse voeding en drank, gevolgd door Nederland, Duitsland en Spanje.

De grootste groei werd echter buiten de Europese Unie opgetekend. De export naar Hongkong steeg met 36,6 procent tegenover het jaar voordien, gevolgd door de Verenigde Staten (28,9 procent) en de Verenigde Arabische Emiraten (22,7 procent). Melanie Leech, directeur-generaal van de Britse Food and Drink Federation, merkt op dat de cijfers aantonen dat de sector een centrale plaats zou moeten innemen in de economische plannen van de Britse overheid.