Britten starten bouw van nieuwe recordwagen Bloodhound

In Groot-Brittannië wordt begonnen aan de bouw van de Bloodhound, die de snelste auto van de wereld zou moeten worden. Gehoopt wordt dat de wagen een snelheid van 1.600 kilometer per uur zal kunnen halen. De Bloodhound zou tegen het einde van volgend jaar op een drooggevallen meer in Noordkaap in Zuid-Afrika proberen om een nieuw snelheidsrecord op het land te vestigen. Aan het ontwerp van de Bloodhound is drie jaar lang gewerkt.

De Bloodhound zal worden aangedreven door een Eurofighter-Typhoon jetmotor en een hybride raket. Dat zou een stuwkracht van 200 kilonewton moeten opleveren. Dat is vergelijkbaar met de stuwkracht van één van de Olympus-motoren van de Condorde, maar het verschil is dat de Bloodhound slechts 6 ton weegt. Aan de bouw wordt onder meer meegewerkt door het ruimtevaartbedrijf Hampson Industries (chassis) en Advanced Composites Group (koetswerk).

Indien de Bloodhound in zijn snelheidspoging slaagt, zal het record van de Thrust SuperSonic Car, die dertien jaar geleden een snelheid van 1.228 kilometer per uur haalde, worden gebroken. Drie leden van het Thrust-project zijn ook bij de ontwikkeling van de Bloodhound betrokken. Het gaat om piloot Andy Green, projectdirecteur Richard Noble en aerodynamica-specialist Ron Ayres. Het project moet in de interesse van Britse kinderen in wetenschap en techniek stimuleren. Bij het Bloodhound Education Programma zijn ongeveer vierduizend Britse scholen betrokken.