Kosovo heeft economisch project nodig

Indien men in Kosovo naar een duurzame vrede wil, zal er vooral werk moeten gemaakt worden om de economie van het gebied op een hoger niveau te tillen. Dat is de stelling van de Italiaanse luitenant-generaal Giuseppe Valotto, het hoofd van de KFOR-vredesmacht die de rust in de Servische provincie moet bewaren.

Kosovo staat sinds 1999 onder het bestuur van de Verenigde Naties. Morgen beginnen besprekingen over de status van het gebied, waar de Albanese meerderheid aanstuurt op een onafhankelijkheid van Servië. Maar in de Servische hoofdstad Belgrado blijft men benadrukken dat Kosovo een integraal onderdeel blijft van het grondgebied.

Armoede, werkloosheid en een gebrek aan buitenlandse investeringen zorgen volgens Valotto voor een etnische spanning in Kosovo en corruptie, misdaad en geweld. "De economische situatie in Kosovo is mijn grootste bezorgdheid," aldus de KFOR-topman. "Het grootste gedeelte van de Kosovaarse bevolking worstelt op dat vlak met grote problemen."

Met een werkloosheid van ongeveer 60 procent heeft Kosovo de laagste arbeidsactiviteit van Europa. Uit een rapport van de Wereldbank blijkt dat 50 procent van de bevolking minder dan 1,5 euro per dag verdient. Kosovo wordt op dit ogenblik door de Verenigde Naties bestuurd als een onafhankelijke staat, maar heeft geen formele soevereiniteit. Door dat statuut is het voor de provincie onmogelijk om geld te lenen van internationale instanties. Bovendien is de financiële hulp de voorbije zes jaar gevoelig afgenomen.

Volgens analisten vormen een gebrek aan ervaring, inhaligheid en de vrees voor een riskante omgeving voor een economische malaise. Valotto wil voor Kosovo een ontwikkeling op langere termijn. "Het gebrek aan een project van duurzame ontwikkeling geeft aanleiding tot etnische spanningen, misdaad, corruptie, smokkel en andere problemen," aldus Valotto.

Valotto stelde dat het niet normaal is dat de Kosovaren met de winter in het vooruitzicht nog altijd geconfronteerd worden met onderbrekingen in de elektriciteits- en waterbevoorrading. Westerse diplomaten hebben al gewaarschuwd voor een mogelijke heropflakkering van het geweld nu de besprekingen over het statuut van Kosovo starten. Vele Albanezen vinden die besprekingen immers overbodig en beledigend.

Inmiddels is de KFOR-troepenmacht begonnen met intensere controles. "Dat moet een waarschuwing zijn aan dat deel van de Kosovaarse bevolking dat niet gelooft in democratie en vreedzame cohabitie, maar denkt dat conflicten kunnen opgelost worden door geweld en het misbruiken van de rechten van de zwakkeren," aldus nog Valotto.