Managing21

Een weblog rond marketing en economie

Saturday, November 26, 2005

Hollywood vindt zijn geweten terug


Het einde van de jaren zeventig en het begin van de jaren tachtig waren voor Hollywood een hoogtepunt van de bewust film, die maatschappelijke probleempunten aanpakte en daar ook nog een kaskraker mee werd. Die periode lijkt volgens een aantal analisten eventjes terug te zijn.

De bioskopen zagen een kwarteeuw geleden plots maatschappelijk betrokken films opduiken, zoals 'The China Syndrome' (1979), 'The Deer Hunter' (1978) of 'Salvador' (1986). Daarna werd het weer minder ernstig, maar dit najaar lijkt de trend volgens Jon Neumaier van The Star Central plots weer terug te zijn.

Hij verwijst daarbij onder meer naar 'The Constant Gardener' over corruptie bij de grote farmaceutische bedrijven in Afrika, 'Good Night, and Good Luck' over de strijd tegen het McCarthyism, 'North Country' over seksuele intimidatie, 'Syriana' over de delicate relatie tussen het westen en het Midden-Oosten, 'All the King's Men' over de politieke corruptie in het zuiden van de Verenigde Staten en 'Munich' over de moord op Israƫlische atleten tijdens de Olympische Spelen van 1972.

"Maar in tegenstelling tot de films van dertig jaar geleden - met onder meer 'All the President's Men', 'Network', 'Norma Rae' en 'Brubaker' - zijn deze films nostalgisch in hun kritiek," vertelde professor Howard Good, mede-auteur van 'Media Ethics Goes to the Movies', aan Neumaier. "Misschien willen ze aangeven dat we in het verleden moeten kijken naar mensen die individualisme en bewustzijn toonden."

De films van dertig jaar geleden kwamen volgens Good rechtstreeks van de hoofdtitels van de media. "Maar het activisme uit post-Watergate blijft nu achterwege, zodat het publiek gemakkelijker die kritiek kan aanvaarden indien die naar het verleden verwijst," voerde Good nogaan.

"Het thema van de gerechtvaardigde verontwaardiging is nauwer betrokken met de film dan dat we misschien wel veronderstellen," benadrukte Kevin Hagopian, docent mediastudies aan de Pennsylvania State University. "De plot waarin een personage zijn ontevredenheid bevestigd ziet als een juiste zaak, behoort tot de Amerikaanse filmtraditie."

Hagopian verwees daarbij naar de klassieke westerns en een sociale stadsfilms uit de jaren dertig. "In de jaren zeventig sproten de films voort uit een politieke consensus van het land over anti-establishment," merkte hij op. "Dat is vandaag echter niet langerde norm. De verontwaardiging die nu getoond wordt, kan zelf beschouwd worden als een tegencultuur."

Toch stipte Paul Levinson, directeur mediastudies aan de Fordham University, aan dat de verontwaardiging over Irak en de huidige Amerikaanse regering duidelijk vergeleken kan worden met post-Watergate. "Hoe meer de mensen gefrustreerd raken, hoe intenser de filmonderwerpen worden," benadrukte hij. "Wanneer het Amerikaanse volk niet meer tevreden is met de machtsstructuren, staat er al snel een popcultuur op die daarop inspeelt."

Levinson voerde dan ook aan dat films een expressie kunnen zijn vaneen protest tegen politici, bedrijven of wie dan ook de macht in handen mag hebben. "De snelle mediaberichtgeving kan voor een gefragmenteerde presentatie zorgen, maar een film geeft een bevredigende verhalende structuur," meende hij. "Films kunnen onze verontwaardiging een structuur geven."

0 Comments:

Post a Comment

Subscribe to Post Comments [Atom]

<< Home