Oliebedrijven slepen Jemen voor arbitragekamer

Twee Amerikaanse oliebedrijven hebben een arbritage-procedure opgestart tegen de regering van Jemen, die vorige week een olieveld, ter waarde van meer dan één miljard dollar per jaar en uitgebaat door de twee bedrijven, inpalmde en toewees aan een overheidsbedrijf.

De Yemen Exploration and Production Company (YEPC), een joint-venture van Hunt Oil en Exxon Mobil, heeft tegen die onteigening een arbitrage-producedure opgestart bij de Internationale Handelskamer in Parijs. "YEPC ziet zich verplicht tot deze stap omdat de regering van Jemen zijn contractuele verplichtingen niet nakomt," aldus Ray L. Hunt, de topman van Hunt Oil.

Het overheidsbedrijf zou de volgende twintig jaar het betrokken olieveld beheren. Het originele contract tussen YEPC en de regering van Jemen werd getekend in 1982 voor een duur van twintig jaar vanaf de eerste commerciële productie. Die startte twee jaar later. Vorig jaar werd de overeenkomst verlengd voor vijf jaar, maar dat contract werd verworpen door het parlement van Jemen.

De beslissing van de regering van Jemen om het beheer toe te vertrouwen aan een eigen onderneming zou volgens analisten vooral te maken hebben met de recente stijgingen van de olieprijzen. Daarbij laten ze verstaan dat een aantal populistische regeringen door die prijsstijgingen een groter gedeelte van de koek voor zich willen hebben en zich dus vijandiger opstellen tegen buitenlandse investeerders.

Dat scenario werd volgens hen eerder ook al vastgesteld in Bolivië en Venezuela. Verwacht wordt dat de Internationale Handelskamer zich wellicht eind volgend jaar of in 2007 zal uitspreken over het dossier. Opgemerkt wordt dat het in het verleden heel zelden gebeurde dat een privébedrijf een arbitrage opstartte tegen een land, maar er wordt aan toegevoegd dat dit de jongste tijd meer blijkt te gebeuren.