Managing21

Een weblog rond marketing en economie

Saturday, September 24, 2005

Bedreigt pijpleiding Baltische Zee?


De Baltische staten maken zich bezorgd over de North European Gas Pipeline (NEGP), een gezamenlijk energieproject van Duitsland en Rusland. Ze vrezen voor negatieve gevolgen van de pijpleiding op het milieu van de Baltische Zee. In een artikel voor het persbureau Novosti ontkent de Russische wetenschapper Mikhail Flint echter mogelijke problemen.

"De reden van de Baltische bezorgdheid is duidelijk," benadrukt Mikhail Flint, onderdirecteur van het Institute of Ocean Studies van de Russian Academy of Sciences. "Kustbewoners zijn ongerust over de ingreep van de mens op het zeemilieu. Bovendien heeft de regio veel mogelijkheden om rond dat zeemilieu een winstgevende economie op te bouwen."

De Baltische Zee is volgens Flint inderdaad kwetsbaar omdat ze bijzonder ondiep is. "Het leven speelt zich normaal af in de opperste lagen van de zeeën, op een diepte tot 100 tot 150 meter," voert hij aan. "Maar omdat de Baltische Zee gemiddeld amper 71 meter diep is, is er overal biologische activiteit. Een gaspijplijn zal het delicate ecosysteem verstoren."

Een tweede negatieve factor moet volgens Flint in de geschiedenis gezocht worden, namelijk in de twee wereldoorlogen. "Op de zeebodem werden grote hoeveelheden chemische wapens gedumpt en mijnenvelden aangelegd, waarvan er sommige nog niet ontdekt zijn," merkt hij op. "Uiteraard zijn de kustbewoners bezorgd over deze gevaarlijke wapens."

Maar men kan het NEGP-project volgens Flint ook op een andere manier benadren. "De pijpleiding lost het probleem van de energievoorraden op, wat economisch een bijzondere troef is," benadrukt hij. "Bovendien zorgen moderne technologieën en wetenschappelijke kennis over het zeemilieu ervoor dat het project veilig geïmplementeerd zal kunnen worden."

Hij verwijst daarbij naar het Rusisch-Turks project, waarbij een pijpleiding over de bodem van de Zwarte Zee werd aangelegd. "Die is nu bijna twee jaar op een veilige manier in gebruik," voert hij aan. "Rekening houdend met het feit dat de meest moderne bouwtechnologieën zijn gebruikt, rekening houdend met de aanbevelingen van maritieme biologen, kan ik stellen dat het NEGP-project op de bodem van de Baltische Zee eveneens veilig is."

Hij stelt daarbij dat de situatie in de Baltische Zee veel veiliger is dan in de Zwarte Zee, waar de pijpleiding op een diepte van 2.000 meter ligt en daarbij afgronden moet overwinnen met een helling van 45 tot 47 graden. Bovendien moet in die regio ook rekening gehouden worden met seismische activiteiten."

Flint wijst erop dat dergelijke gevaren in de Baltische Zee niet bestaan, wat het risico op een ecologische ramp volgens hem in grote mate verkleint. "Theoretische gevaren zijn er uitsluitend geassocieerd met technische misrekeningen of menselijke tussenkomsten," merkt hij op. "Maar dat zijn processen die onder controle gehouden kunnen worden."

Toch geeft Flint toe dat uitzonderlijke situaties nooit uit te sluiten zijn. "Bij de aanleg van de pijpleiding zou men op een wapenopslag kunnen botsen, maar ook visnetten zouden de pijpleiding kunnen beschadigen. Maar dan hebben we het over echte extremen."

Flint stelt dat er op de zeebodem honderdduizenden kilometers kabels liggen. "Die blijken perfect veilig te zijn," voegt hij daar aan toe. "Bovendien wordt de maritieme activiteiten in gebieden met kabels strikt gereglementeerd."

Volgens Flint heeft het NEGP-project geen enkel potentieel risico voor de Baltische Zee. "Misschien zal het bouwproces zelf een locaal effect hebben," geeft hij toe. "Maar de constructie-technologie van de pijpleiding is uitgebreid getest en beantwoordt aan de ecologische vereisten van de Baltische Zee."

Flint besluit dan ook dat het project geen gevaar zal opleveren voor de maritieme biologie. "Het transport per schip is veel gevaarlijker dan een pijpleiding," merkt hij nog op.

0 Comments:

Post a Comment

Subscribe to Post Comments [Atom]

<< Home