Geopolitieke verschuivingen uitgetekend door wapenindustrie

De verschuivingen in de geopolitieke wereldkaart tijdens de achttiende en negentiende eeuw zijn gelinkt aan de wapenindustrie. Dat is de conclusie van een onderzoek van de Amerikaanse historicus Brian DeLay. De wapenhandel verbindt volgens DeLay elk individueel nationaal of etnisch verhaal. Dat geldt volgens hem onder meer voor de evolutie van het koloniaal tijdperk naar de onafhankelijke staten in Zuid-Amerika, maar datzelfde geldt ook voor andere wereldregio's.

"In het midden van de negentiende eeuw kwam er een gigantische verandering in de wapentechnologie op gang," merkt Brian DeLay op. "De musketten die gebruikt werden tijdens de gewapende conflicten van de eerste helft van de negentiende eeuw, waren nog hetzelfde als driehonderd jaar voordien. Tegen de Amerikaanse Cival War (1861–1865) begonnen verbeterde wapens de uitslag van conflicten te veranderen. Bij het begin van de twintigste eeuw werden militaire vliegtuigen, machinegeweren, moderne oorlogsschepen en geavanceerde artillerie over de hele wereld ingezet."

"Die evolutie ging gepaard met de industrialisering van de wapenindustrie, die de productievolumes gevoelig opdreef en het gemakkelijker maakte om over grote hoeveelheden wapens te kunnen beschikken," geeft DeLay nog aan. "De industrialisering zorgde ook voor een concentratie tot een beperkt aantal grote wapenproducenten op internationale markten. Bovendien was er ook geen internationale wetgeving om de sector te sturen. Grote producenten bevoorraadden vaak beide partijen van een conflict."

"Naarmate wapens steeds meer complex werden, begonnen politici producenten en handelaars als experts in te schakelen," zegt DeLay nog. "Toen begon de hechte relatie tot stand te komen tussen overheid en wapenindustrie, waarbij de voormalige Amerikaanse president Dwight Eisenhower het had over een militair-industrieel complex."