Managing21

Een weblog rond marketing en economie

Friday, November 04, 2005

Globalisering ontziet zelfs sumo niet


Globalisatie ontziet niets, zelfs geen typische cultuuruitingen. Zo wordt in Japan het sumo-worstelen - altijd een interne Japanse aangelegenheid geweest - op dit ogenblik door buitenlanders gedomineerd. Deze evolutie wordt door velen dan ook beschouwd als een metafoor van de aarzelende globalisatie van het land. Japan werd lang beschouwd als synoniem voor xenofobie, maar nu maken buitenlanders er hun weg naar de top in de politiek, het bedrijfsleden en de kunstwereld.

"Er blijven nog altijd belangrijke hindernissen," schrijft The Washington Post. "De immigratiewetten blijven bijzonder streng en onuitgesproken codes beletten dat buitenlanders hogerop in de hiërarchie kunnen klimmen. Maar er is duidelijk een beweging bezig. Zo werd voormalig CBS-topman Howard Stringer enkele maanden geleden de eerste buitenlandse leider van Sony."

"Net zoals Japan zelf, wordt sumo geconfronteerd met een globalisering," vertelde Yutaka Matsumura, voorzitter van de Japanse sumo-federatie. "Niet iedereen is daar gelukkig mee, maar volgens mij is dat onvermijdelijk. Ik denk dat deze trend ons uiteindelijk meer competitief zal maken en de kwaliteit zal verbeteren." In januari 2003 ging de laatste Japanse sumo-grootmeester met pensioen en sindsdiens wordt de tweeduizend jaar oude sport beheerst door buitenlanders.

In 1998 werden de sumo-regels versoepeld en werd de sport meer toegankelijk voor buitenlanders. "Gedeeltelijk diende deze maatregel om de dalende populariteit van de sport onder jonge Japanse atleten af te remmen," benadrukt The Washington Post. "In 1995 bestond amper 2,5 procent van de sumo-populatie uit buitenlanders, maar dat is vandaag aangegroeid tot 8 procent. Bovendien vertegenwoordigen buitenlandse atleten nu 28 procent van de elite-worstelaars (makuuchi). De voorbije twee jaar werd de titel van grootmeester binnen gehaald door een Hawaiaan en een Mongool."

Japan investeert miljoenen dollars om het sumo erkend te zien als Olympische sport. Een onderdeel van die campagne is een internationalisering. Op dit ogenblik zijn er 86 landen met een belangrijk sumo-circuit. Dat is een verdubbeling tegen tien jaar geleden. Onder meer in de Verenigde Staten en Brazilië wordt de sport steeds populairder. In Georgië, dat twee worstelaars heeft in de Japanse professionele competitie, werd drie jaar geleden zelfs een sumo-ring gebouwd waar professionele atleten nu drie keer per week kunnen trainen.

Mongolië en de Pacific Islands hadden al een lange traditie van een alternatieve sumo-competitie en waren dan ook de eerste om meer dan veertig jaar geleden tot het Japanse circuit door te breken. Maar het was de komst van de Oost-Europeanen die tijdens de voorbije vijf jaar de aandacht van de wereld op het sumo hebben getrokken, met onder meer de beroemde Bulgaar Kaloyan Mahalyanov (Kotooshu). Hij is in Japan een echt seks-symbool en merchandising-succes geworden.

Voor sommige atleten is sumo een even grote ambitie geworden als het voetbal in Europa of het basketbal in de Verenigde Staten. Ze hopen bovendien in de voetsporen te kunnen treden van Kotooshu en anderen die door de sport superrijk zijn geworden. Maar niet iederen is gelukkig met de buitenlandse invasie. Critici stellen dat de Europeanen lange armen en benen hebben en dus bevoordeeld zijn. De enorme aangroei van buitenlandse proffesionele worstelaars leidde in 2002 tot een regel die bepaalde dat per club slechts één buitenlandse atleet mocht ingeschreven worden. Sommige clubs weigeren buitenlanders op te nemen.

Maar dat is hen blijkbaar slecht bekomen. Zij krijgen een commissieloon op de verdiensten van de worstelaars en de teams met buitenlandse atleten doen het financieel uitstekend. Daarom is nu bijna iedereen op zoek naar internationaal talent.

0 Comments:

Post a Comment

Subscribe to Post Comments [Atom]

<< Home