Apollo-veteranen opnieuw in actie

Ruim 35 jaar na de eerste Amerikaanse maanwandeling zijn de NASA-technici van destijds terug uit pensioen geroepen om mee te werken aan het nieuwe programma voor bemande maanreizen van de Verenigde Staten. Dat meldt de krant USA Today, eraan toevoegend dat niemand spijt blijkt te hebben van zijn verstoorde rustige oudere dag.

Een aantal van die Apollo-veteranen werkt nu als part-time consulent voor de NASA of private bedrijven die aan het maanproject meewerken. Anderen zijn zelfs opnieuw volop aan de slag gegaan. Zo is voormalig technicus Leonard Nicholson (67) nu belast met de leiding van een team van Boeing-Northrop om een nieuw maanschip te ontwerpen. Mel Rimer (67) werd ingeschakeld om andere voormalige collega's te overtuigen mee in het programma te stappen.

Astronaut Eugene Cernan was in 1972 de laatste die op de maan rondliep. Daarna moesten de leden van het Apollo-team hun ontgoocheling verbijten en werden ze ingeschakeld bij andere NASA-programma's. Enkelen werden aan het hoofd gesteld van de vloot ruimteveren, terwijl anderen ingeschakeld werden bij het internationaal ruimtestation of nucleair aangedreven ruimtetuigen bestudeerden.

"Maar ze zijn de Apollo-tijd niet vergeten," voert USA Today aan. "We hadden plannen om van de maan een buitenpost voor experimenten en exploratie te maken," benadrukte Bob Haslett (69). "Dat is echter nooit gebeurd. Het voelt goed dat we daar nu toch mee doorgaan."

De veteranen stellen dat het ontwikkelen van een project nu veel gemakkelijker is dan in de jaren zestig. "Toen moesten we het met een schoolbord en ponskaarten doen, nu kunnen we met computers werken," stipte Haslett aan. De krant voegt er echter aan toe dat het nieuwe maanprogramma bijna een kopie is van de Apollo-strategie. "De Apollo-technici hadden het bijzonder goed uitgedokterd," benadrukte John Connolly, één van de leiders van het nieuwe programma.

Het was NASA-directeur Michael Griffin zelf die een groep Apollo-veteranen uitnodigde om de nieuwe plannen te bekijken en te evalueren. Ook Robert Seamans (87), tijdens het grootste gedeelte van het Apollo-programma onderdirecteur van de NASA, behoorde daarbij. Hij zou aangeraden hebben om de maanlander weer met het moederschip te laten koppelen voor de terugkeer naar de aarde, in plaats van rechtstreeks terug te keren, zoals oorspronkelijk was vooropgesteld.