Managing21

Een weblog rond marketing en economie

Wednesday, September 14, 2005

Servië-Montenegro bedrijfsvriendelijker


Administratieve rompslomp en de kosten om nieuwe bedrijven op te starten vormen de belangrijkste hinderpalen om nieuwe jobs te creëren en economische groei te realiseren. Dat is de conclusie van het jaarlijkse rapport 'Doing Business' van de Wereldbank. Vooral in ontwikkelingslanden is het probleem volgens het rapport bijzonder acuut.

"In Laos duurt het 198 dagen vooraleer men een bedrijf kan opstarten," geeft de Wereldbank als slecht voorbeeld mee. "In Syrië kost een dergelijke operatie minstens 270.000 dollar, 51 keer het gemiddelde jaarlijks inkomen van het land."

In Servië-Montenegro werden volgens de Wereldbank de meeste hervormingen doorgevoerd om nieuwe jobs te creëren. Nieuw-Zeeland, Singapore en de Verenigde Staten blijven echter de economieën waar men op de vlotste manier zaken kan doen. In de top dertig vindt men ook Hong Kong, Japan, Thailand, Maleisië en Zuid-Korea terug, samen met de drie Baltische staten.

Vooral de opkomst van de Baltische staten werd door de Wereldbank een opmerkelijke prestatie genoemd, aangezien de hervormingen pas tien jaar geleden in gang werden gezet. Oost-Europa heeft daarentegen volgens de Wereldbank heel wat vorderingen gemaakt, maar er wordt aan toegevoegd dat de regio nog een hele weg heeft af te leggen. Zelfs Servië-Montenegro is pas terug te vinden op de 92ste plaats.

In de rapport blijkt Afrika nog maar eens het zorgenkind van de wereld te zijn, met uitzondering van Rwanda. "Daar werden in 2001 nieuwe wetten ingevoerd om het opzetten van een bedrijf gemakkelijker te maken," aldus de Wereldbank. "Bovendien werden er ook land- en douanehervormingen doorgevoerd."

Sinds die hervormingen heeft de economie van Rwanda een groei gekend van ongeveer 3,6 procent per jaar. Dat is één van de hoogste cijfers van Afrika. De Wereldbank merkte echter op dat het continent nog zware hervormingen moeten doorgevoerd worden, maar dat de evolutie er trager gaat dan in andere regio's.

De hoge positie van de Skandinavische landen - Noorwegen (5), Denemarken (8), Ijsland (12), Finland (13) en Zweden (14) - is volgens de Wereldbank te wijten aan de eenvoudige regels die bedrijven toelaten productief te zijn en tussenkomsten die beperkt blijven tot het nodige, zoals het beschermen van eigendomsrechten en het voorzien van sociale dienstverlening.

De cijfers van de Wereldbank moeten echter wel enigszins gerelativeerd worden. Als criteria werden onder meer de belastingen, de kosten van de administratie, de bedrijfswetgeving en het aantal faillissementen in rekening gebracht. Geen rekening werd gehouden met infrastructuur, koersschommelingen en misdaad. Daardoor slaagde Jamaïca (43ste) er
wellicht in om net voor Frankrijk (44ste) te eindigen.

0 Comments:

Post a Comment

Subscribe to Post Comments [Atom]

<< Home