Geen geld voor Russische vloot?

De Russische onderzeeër Priz AS-28, die zondag door de Britse marine bevrijd werd uit zijn hachelijke positie op 190 meter diepte, lag in een verboden gebied. De mini-onderzeeër was verstrikt geraakt in de defensie-antennes van het gebied rond het Kamchatka-schiereiland.

Viktor Fyodorov, admiraal van de Russische Pacific-vloot, stelde echter in de aanwezigheid van de Amerikaanse, Britse en Japanse vloot geen probleem te zien.

Russische schepen probeerden tevergeefs de mini-onderzeeër uit zijn toestand te bevrijden, nadat die donderdag was vastgeraakt in het onderwater-beveiligingssysteem van de Russische kustverdediging. De Britse marine slaagde er zondag echter in om aan de hand van een onbemande Scorpio-onderwaterrobot de Priz AS-28 vrij te maken.

De Scorpio slaagde erin om de onderzeeër op twee uur tijd los te krijgen. De zevenkoppige bemanning bleek in gezonde staat te zijn, maar had nog voor amper enkele uren zuurstof in voorraad.

De buitenlandse hulp bleek volgens het persbureau AFP noodzakelijk om een herhaling van de ramp met de nucleaire Kursk-onderzeeër, waarbij 118 bemanningsleden vijf jaar geleden om het leven kwamen, te vermijden.

De Britse marine-commandant Jonty Powis stelde dat het op zich een routine-procedure was, maar dat er rekening moest gehouden worden met de aanwezigheid van de bemanning, wat voor extra moeilijkheden zorgde. Het persbureau stelt verder dat Moskou dit keer niet getalmd heeft om buitenlandse hulp in te roepen, zoals destijds met de Kursk.

De Priz AS-28 werd in 1986 ontworpen, maar in totaal werden slechts vier exemplaren gebouwd. De onderzeeër is voorzien voor reddingsmissies en biedt plaats aan drie operatoren en twintig matrozen.

De verongelukte onderzeeër zal in een Russische marinebasis worden hersteld. Tevens zal hij ook met nieuwe technologieën worden uitgerust. Inmiddels is er echter kritiek losgekomen op de Russische regering, die niet voldoende financiële middelen ter beschikking zou stellen op zijn vloot te moderniseren.