Economie in de media

In Zuid-Korea is dinsdag de massaproductie begonnen van het supersonische trainingstoestel T-50. Het supersonische vliegtuig, bijgenaamd 'Golden Eagle', is geheel toegespitst voor het houden van gevechtstrainingen in de lucht en moet een hoofdrol gaan vervullen op de internationale markt voor militaire trainingstoestellen. KAI zal in eerste instantie 94 K-50's bouwen voor de luchtmacht van Zuid-Korea, waarvan de laatste volgens de plannig in 2011 geleverd zal worden. Ook lopen er gesprekken met de Verenigde Arabische Emiraten en Griekenland voor de levering van de trainingsvliegtuigen. Volgens Park No-Sun, vice president van KAI, worden aan de Emiraten mogelijk zo'n 60 K-50's geleverd voor een bedrag van 18 tot 20 miljoen dollar per stuk. Op termijn verwacht KAI nog eens vele honderden toestellen over de hele werd af te zetten. Aan de massaproductie is een jarenlange voorbereiding vooraf gegaan. KAI startte het K-50 project in 1997 in een technisch samenwerkingsverband met de Amerikaanse vliegtuigbouwer Lockheed Martin. In oktober 2002 ging het eerst testtoestel de lucht in.

De Franse oliegroep Total heeft van de Congolese autoriteiten groen licht gekregen om de ontwikkeling te lanceren van het olieproject Moho-Bilondo, dat gesitueerd is op ongeveer 80 kilometer voor de kust. Fase 1 van de ontwikkeling van Moho-Bilondo voorziet in 12 onderzeese putten, waarvan 7 productieputten en 5 putten voor de injectie van water. De productie van ongeveer 90.000 vaten per dag zal worden getransporteerd via de terminal van Djeno, die momenteel al bijna alle geproduceerde Congolese ruwe olie ontvangt. De productie van Moho-Bilondo zou moeten starten in 2008. Total is operator en heeft een belang van 53,5 procent in het olieproject Moho-Bilondo. Chevron heeft een belang van 31,5 procent en de Societe Nationale des Petroles du Congo een belang van 15 procent. Total is de belangrijkste buitenlandse investeerder in Congo en ook de belangrijkste olieproducent van het land. Total baat ongeveer 57 procent uit van de Congolese olieproductie.

De ozonlaag is gestopt met krimpen. Boven sommige delen van de wereld is de ozonlaag zelfs dikker dan voorheen, maar het duurt nog tientallen jaren voordat de laag zich gaat herstellen. Dat schrijven Amerikaanse wetenschappers in het vakblad Journal of Geophysical Research dat woensdag verschijnt. Toch is de ozonlaag nog altijd dunner dan hij zou moeten zijn, zo blijkt uit bestudering van satellietbeelden. De laag is nodig om kankerverwekkende ultraviolette straling tegen te houden. De onderzoekers schrijven de positieve ontwikkeling deels toe aan het Protocol van Montreal uit 1987. Meer dan 180 landen spraken toen af de uitstoot van voor de ozonlaag schadelijke stoffen te beperken. Vooral zogenaamde cfk's vormen een gevaar voor de ozonlaag. Ze werden in de jaren zeventig en tachtig op grote schaal gebruikt, onder andere als koelvloeistof voor koelkasten en als drijfgas in spuitbussen.

De Waalse regering heeft dinsdag zijn prioritaire acties voor de toekomst van Wallonië -beter gekend als het Marshallplan voor Wallonië- vastgelegd. Uiteindelijk wordt 1,4 miljard euro over een periode van vier jaar besteed aan de uitvoering van verschillende maatregelen. Die zijn gegroepeerd rond vijf assen: de creatie van concurrentiepolen, het stimuleren van de creatie van activiteiten, de verlaging van de fiscale druk op ondernemingen, het stimuleren van onderzoek en innovatie en de creatie van bevoegdheden voor tewerkstelling. Het beleid inzake de concurrentiepolen krijgt een injectie van 280 miljoen euro in de biologische wetenschappen, de voedingsmiddelenindustrie, de mechanische engineering, transport en logistiek en de vliegtuigbouwkunde en luchtvaart. Het stimuleren van economische activiteit krijgt 872 miljoen euro. Met de verlaging van de fiscale druk is een investering van 92,5 miljoen euro gemoeid. Zo worden de provinciale taksen progressief afgebouwd, net als de vaarrechten en, onder bepaalde voorwaarden, de onroerende voorheffing op materiaal en gereedschap.

Voor de Amerikanen kost de strijd in Irak inmiddels meer dan de oorlog in Vietnam. De gemiddelde maandelijkse uitgaven voor Irak hebben die van de militaire operaties in de jaren zestig en zestig in Azië overschreden. Dat meldden twee Amerikaanse antioorlogsorganisaties in een rapport dat zij woensdag naar buiten brachten. Volgens het Institute for Policy Studies en Foreign Policy in Focus kost de oorlog in Irak 5,6 miljard dollar per maand, oftewel bijna 186 miljoen dollar per dag. Voor de achtjarige oorlog in Vietnam was gemiddeld maandelijks 5,1 miljard dollar nodig, omgerekend naar de huidige waarde van de dollar. Gedeeld door alle Amerikanen, kostte de strijd in Irak tot dusver 727 dollar per persoon. Het is daarmee de kostbaarste militaire operatie de afgelopen zestig jaar. De Vietnam-oorlog slokte destijds 12 procent van het jaarlijkse bruto binnenlands product op, fors meer dan de 2 procent nu voor de strijd in Irak. Maar economen wijzen erop dat de Irak-oorlog het voorspelde Amerikaanse begrotingstekort de komende tien jaar kan verdubbelen.

Het Amerikaanse ministerie van Energie heeft dinsdag een formeel verzoek ontvangen om een deel van de strategische oliereserve vrij te geven. Zo'n verzoek is in de regel de eerste stap op weg naar het beschikbaar stellen van een deel van de nationale noodvoorraad olie. Het ministerie is het verzoek aan het bekijken, zo verkondigde Scott McClellan, woordvoerder van het Witte Huis. Een definitief besluit kan nog enkele dagen op zich laten wachten. De federale autoriteiten hadden maandag al aangegeven eventueel de strategische reserve te willen aanspreken om zo de nadelige effecten op te vangen van de orkaan Katrina op de nationale energiebehoefte. De bekendmaking kwam op een dag dat de olieprijzen naar nieuwe hoogten stegen. Als gevolg van Katrina ligt ruim 90 procent van de olieproductie en -raffinage in de Golf van Mexico en langs de Amerikaanse zuidkust eruit. Bovendien is nog onduidelijk hoeveel van de installaties in het gebied ernstige schade hebben opgelopen. De onzekerheid dreef de prijs van een vat lichte Amerikaanse olie op de termijnmarkt naar 70,85 dollar, een nieuw record. Uiteindelijk daalde de prijs naar 69,81 dollar.

Bij Sotheby's komt in oktober een collectie door Picasso gemaakte keramiek onder de hamer. Dat heeft het Londense veilinghuis dinsdag gezegd. Het gaat om een verzameling van meer dan honderd borden, kommen, kannen, tegels en vazen, die versierd zijn met bekende Picasso-motieven. Experts van het veilinghuis verwachten dat de stukken van de hand zullen gaan voor bedragen van omgerekend 1500 tot ruim 51.000 euro. Picasso, die van 1881 tot 1973 leefde, begon zich voor keramiek te interesseren, nadat hij in 1946 in het zuiden van Frankrijk kennis had gemaakt met keramiek van het pottenbakkersatelier Madoura van Suzanne en Georges Ramie. Toen de twee zagen hoe enthousiast de schilder was, stelden zij hem werkruimte ter beschikking. Uiteindelijk produceerde Picasso meer dan zeshonderd stukken. De meeste daarvan zijn in handen van zijn familie en van musea.

De armoede in de Verenigde Staten is vorig jaar flink toegenomen. Het aantal mensen dat onder de armoedegrens leeft, steeg met 1,1 miljoen naar 37 miljoen. Dat heeft de Amerikaanse regering dinsdag bekendgemaakt. Het percentage armen is in 2004 gestegen van 12,5 naar 12,7 procent. Dat betekent dat ruim een op de acht Amerikanen onder de armoedegrens leeft. Het gemiddelde inkomen in de VS bedroeg vorig jaar 44.389 dollar, net zo hoog als in 2003. Amerikanen van Aziatische afkomst zijn de enige ethnische minderheid waarbij de armoede is afgenomen. De armoede daalde van 11,8 procent in 2003 tot 9,8 procent in 2004. Bij de Afro-Amerikanen en Spaanstalige Amerikanen bleef het percentage gelijk. Bij de blanke bevolking nam de armoede toe met 0,4 procent tot 8,6 procent in 2004. Verder is er een duidelijk verschil in inkomen bij de verschillende etnische minderheden in de VS. Zo had een zwart huishouden in 2004 het laagste gemiddelde inkomen met 30.134 dollar en een Aziatisch huishouden met 57.518 dollar het hoogste. Bij een blank huishouden is dit 48.977 dollar en bij Spaanstaligen 34.241 dollar.

KLM begint binnenkort met speciale vluchten voor uitsluitend zakenreizigers. De luchtvaartmaatschappij huurt daarvoor een vliegtuig dat is uitgerust met 44 luxe stoelen. Een ticket kost evenveel als dat voor een huidige business class-stoel. De eerste vlucht vertrekt op 30 oktober vanaf Amsterdam naar Houston in de Amerikaanse staat Texas. Op deze route is een grote vraag naar business class, aldus KLM dinsdag. Houston is een belangrijke locatie voor de olie-industrie. Veel zakenmensen werkzaam in deze branche stappen op Schiphol over op vluchten naar onder meer het Midden-Oosten, Rusland en landen rond de Zwarte Zee. De luchtvaartmaatschappij huurt het vliegtuig en het personeel van het Zwitserse PrivatAir. De 737 is uitgerust met extra brandstoftanks om de vlucht naar Houston zonder tussenlanding te kunnen uitvoeren.