Walvisvaarder is in Noorwegen een knelpuntberoep

De Noorse walvisvloot moet dringend nieuwe impulsen krijgen. Dat heeft het Noorse Directorate of Fisheries bekend gemaakt. Er wordt opgemerkt dat de walvisvaart dringend maatregelen moet nemen om de afbouw van de vloot om te keren. Het directoraat wijst erop dat er vorig jaar nog amper negentig schepen actief aan de walvisjacht hebben deelgenomen. Tien jaar voordien bestond de Noorse walvisvloot nog uit drieëndertig schepen.

"De walvisvloot moet dringend nieuwe deelnemers werven," voert het Directorate of Fisheries aan. Walvissen worden sinds het midden van de jaren tachtig weliswaar beschermd door een wereldwijd moratorium, maar Noorwegen heeft zich daar niet bij aangesloten. In een poging om een relatief beperkte markt in stand te houden, heeft de Noorse regering de jaarlijkse walvisquota de voorbije periode stelselmatig opgedreven. Het voorbije jaar kregen de Noorse walvis-jagers een quotum van 1.286 dwergvinvissen toegewezen. Tien jaar voordien mochten er 549 dieren worden gevangen.

Door het dalend aantal walvisvaarders is het voor de sector steeds moeilijker om aan hun quotum te komen. De voorbije jaren werd telkens slechts ongeveer de helft van het quotum gehaald. Vorig jaar werd een totaal van 41 procent opgetekend. De dalende populariteit van de walvisjacht wordt in verband gebracht met een gebrek aan verwerkingscapaciteit, hoge brandstofkosten, verafgelegen jachtgebieden en moeilijke weersomstandigheden. Volgens milieugroepen is er echter vooral sprake van een dalende vraag naar walvisvlees.