Eén derde autobrandstof gaat verloren aan wrijving

Niet minder dan één derde van de autobrandstof gaat verloren aan het overwinnen van de wrijvingskracht. Die wrijvingskracht heeft een rechtstreekse impact op het verbruik en de uitstoot. Met nieuwe technologieën kan die wrijving in verscheidene onderdelen van de wagen echter met 10 procent tot 80 procent worden gereduceerd. Dat blijkt uit een rapport van het Finse VTT Technical Research Centre en de Amerikaanse Argonne National Laboratory. Er wordt echter aan toegevoegd dat ook het rijgedrag een belangrijke impact kan hebben op het verbruik.

Door de huidige technologieën wordt slechts 21,5 procent van de energie gebruikt om de wagen in beweging te houden. De rest gaat verloren aan de wrijving van de wielen, de motor, de transmissie en de remmen. Met een gemiddelde afgelegde afstand van 13.000 kilometer per jaar verbruikt een automobilist 340 liter brandstof om de wrijving te overwinnen. Dat kost de bestuurder 510 euro per jaar. Drie jaar geleden kostte wrijving wereldwijd in totaal 208 miljard liter brandstof.

Met het gebruik van nieuwe technologieën moet het volgens het rapport dan ook mogelijk zijn om het verbruik en de emissies de volgende vijf tot tien jaar met 18 procent terug te dringen. Over een periode van vijftien tot vijfentwintig jaar is zelfs een besparing van 61 procent mogelijk. Die technologieën moeten het wegdek, brandstof en banden verbruiksvriendelijker maken. De toepassing van de beste beschikbare technologieën zouden een besparing van 348 miljard euro per jaar kunnen opleveren. De toepassing van gekende oplossingen zou 576 miljard euro opleveren.

Met toekomstige oplossingen zou die besparing kunnen oplopen tot 576 miljard euro per jaar. Realistisch zou volgens het rapport echter rekening gehouden mogen worden met een besparing 174 miljard euro.