Wereldleiders geloven niet meer in Verenigde Naties

De algemene vergadering van de Verenigde Naties verliest aan belang. Vele wereldleiders vinden initiatieven zoals de G-Twintig en andere kleinere samenkomsten efficiëntere platformen om internationale problemen te behandelen. Dat zeggen verscheidene waarnemers tegenover het persbureau Bloomberg. Daarbij wordt opgemerkt op de huidige vergadering van de algemene vergadering van de Verenigde Naties in New York onder meer de Britse eerste minister David Cameron, de Braziliaanse president Luiz Inacio Lula da Silva, de Russische president Dmitry Medvedev en zijn eerste minister Vladimir Poetin afwezig blijven. De Chinese president Hu Jintao laat zich vertegenwoordigen door president Wen Jiabao.

"De Verenigde Naties vormen een platform om een speech te geven, maar er zijn geen echte groepsvergaderingen," merkt Jeffey Shafer, een gewezen persoonlijke vertegenwoordiger van de voormalige Amerikaanse president Bill Clinton, op. "De G-Twintig heeft een meer gerichte agenda dan de Verenigde Staten en legt bovendien een duidelijke nadruk op economische problematieken." Michael Hodin, woordvoerder van de Council on Foreign Relations in New York, voegt er aan toe dat op een samenkomst van de G-Twintig gepraat kan worden met 80 procent van de wereldleiders die daadwerkelijk het verschil kunnen maken.

Het mislukken van de klimaatbesprekingen in Kopenhagen vorig jaar heeft volgens Daniel Price, een gewezen vertegenwoordiger van de voormalige Amerikaanse president George W. Bush, vele leiders duidelijk gemaakt dat de Verenigde Naties niet de mogelijkheid heeft om snel actie te ondernemen. "Wanneer het erop aankomt om specifieke, identificeerbare problemen aan te pakken, vinden leiders kleinere groepsvergaderingen veel efficiënter," merkt Price op. De Franse president Nicolas Sarkozy heeft eerder al de Verenigde Naties een anachronisme genoemd. Hij merkte daarbij op dat de problemen van de éénentwintigste eeuw niet kunnen opgelost worden met instellingen uit de twintigste eeuw.