Europa enthousiaster over technologie

Europa voelt zich meer gemakkelijk met technologie dan vijf jaar geleden. Dat blijkt uit een rapport van het onderzoeksbureau Intel. Niet minder dan driekwart van de Europeanen beweerde immers zich comfortabel en enthousiast te voelen over de nieuwe consumenten-technologie. Duitsland blijkt het meest terughoudend.

In totaal werden 6.000 mensen ondervraagd in Groot-Brittannië, Frankrijk, Italië, Zweden, Spanje, Duitsland en Nederland. "Slechts weinig ondervraagden toonden bezorgdheid over de nieuwe technologieën," stippen de onderzoekers aan. "Vooral in Engeland, Frankrijk, Italië en Nederland ligt het enthousiasme hoog." Nieuwe technologieën genoten het meeste bijval in Italië.

Opmerkelijk is volgens de onderzoekers dat in Duitsland het grootst aantal respondenten (13 procent) het gevoel had dat technologie een invloed had op elk aspect van het dagelijkse leven. Bovendien bleek ook hier de grootste bezorgdheid - nagenoeg 33 procent - te bestaan over de nieuwe technologische toepassingen.

Nog eens 16 procent van de Duitsers zegt niet geïnteresseerd te zijn in nieuwe technologieën. Ondanks de terughoudendheid tegenover de nieuwe technologie, blijven de Duitsers als bezitter van consumenten-elektronica echter niet achter tegenover de andere Europeanen.

Meer dan de helft van de Europese gezinnen bezitten draadloze telefonie, een computer, internet en een dvd-speler. Op uitzondering van Duitsland, bleek de meerderheid van de bevolking ook eigenaar te zijn van een digitale camera.

De populariteit van andere technologieën varieert volgens de onderzoekers van land tot land. De Britten bleken vooral interesse te hebben in digitale televisie (85 procent), game-consoles (48 procent) en digitale video (38 procent). Italië blijkt een land van laptops (62 procent) te zijn, terwijl Nederland uitblinkt in MP3-spelers (45 procent), draadloze netwerken (28 procent) en gps-navigatie (17 procent).

De voorbije vijf jaar was Groot-Brittannië het snelst met het oppikken van nieuwe technologieën, gevolgd door Nederland en Italië. Frankrijk bleek het traagste te reageren.