Vaders overschatten hun impact op gezinsaankopen

Over huishoudelijke aankopen wordt weliswaar veel overleg gepleegd, maar de individuele gezinsleden hebben de neiging om de eigen impact op het beslissingsproces te overschatten. Dat is de conclusie van een onderzoek van het Nederlandse Familie Kenniscentrum. Er wordt opgemerkt dat vooral vaders zich een grotere invloed toemeten dan in werkelijkheid het geval is. Ook moeders en kinderen overschatten hun impact, maar gaan daar volgens de onderzoekers minder ver in dan vaders.

De onderzoekers merken op dat het gezin zich duidelijk tot een zogenaamde decision making unit heeft ontwikkeld, waarbij alle leden in meer of mindere mate invloed hebben op de aankoop van een product. De aard van die impact verschilt volgens de onderzoekers echter van product tot product. Moeders hebben duidelijk de meeste invloed op het aankoopproces van dagelijkse boodschappen, zoals frisdrank of broodbeleg. Maar ook kinderen hebben een sterke invloed op de aankoop van dagelijkse boodschappen. De rol van vaders bij deze aankopen is beperkt.

Bij de aankoop van een auto of van elektrische apparaten zoals een televisietoestel, computer of digitale camera hebben vaders veruit de meeste invloed op het aankoopproces. De invloed van de kinderen is hier ondergeschikt aan de impact van de ouders. Ze hebben alleen een grotere invloed bij aankopen die specifiek voor hen zijn bedoeld, zoals een spelcomputer of videogames. Er wordt nog opgemerkt dat de overschatting van de vaders het sterkste opvalt bij dagelijkse boodschappen, maar dat zou ook gelden voor meer typische mannenproducten, zoals elektrische apparaten.

Vaders schatten hun impact het meest realistisch in bij de aankoop van een nieuwe wagen.