Wereldwijd publiek moeilijk te bereiken

Evenementen zijn bij het televisiepubliek niet zo populair als adverteerders graag zouden hebben. Weinig uitzendingen hebben immers een wereldwijd televisiepubliek. Een aantal grote sportgebeurtenissen zijn daarop de uitzondering, maar ook daar moet de populariteit in sommige gevallen gerelativeerd worden.

De Amerikaanse Super Bowl, de Champions League en de F1-wedstrijd in Canada trokken vorig jaar elk meer dan 50 miljoen kijkers. "Dat bewijst dat belangrijke sportwedstrijden één van de weinige programma's zijn die in een versnipperend televisielandschap adverteerders nog altijd een wereldwijd publiek kunnen bezorgen," stipt het mediabureau Initiative aan in een rapport rond het bereik van grote televisie-evenementen.

De Super Bowl werd bekeken door 93 miljoen kijkers, maar daarvan was 98 procent afkomstig uit Noord-Amerika. De Champions League-finale tussen Liverpool en AC Milaan had 73 miljoen kijkers, maar die waren verspreid over tientallen landen. Het F1-gebeuren in Canada klokte af op 51 miljoen kijkers. "In Europa zal men verbaasd opkijken dat de Super Bowl het meest populaire tv-evenement is," aldus Initiative. "Dat komt omdat het publiek afkomstig is uit amper één gebied."

De andere topevenementen, waaronder de finale van de 100 meter op de wereldkampioenschappen atletiek, de finale van het NBA-basket, de World Series van het Amerikaanse baseball en de Tour de France, trokken allemaal minder dan 25 miljoen kijkers. Het tiende grootste sportgebeuren op televisie was de aankondiging dat Londen de Olympische Spelen van 2012 zou organiseren. Dat programma werd bekeken door 11 miljoen mensen. De Super Bowl moet zijn leidende positie om de twee jaar afstaan. Dan is het immers aan het voetbal, dat met de Wereldcup of het Europees voetbalkampioenschap de absolute topper in huis heeft. Euro 2004 haalde vorig jaar een gemiddeld publiek van 153 miljoen mensen.

De grote meerderheid van de televisie-uitzendingen kent een afkalvend publiek, te wijten aan de versnippering, digitale video recorders en een overdaad aan reclame. "Maar sommige sportprogramma's worden populairder met de jaren," aldus Initiative. "In die programma's zullen de kosten van reclamespots wellicht dan ook gevoelig duurder worden." Een commercial van dertig seconden in de Super Bowl kostte het voorbije jaar 2,4 miljoen dollar.

Sportprogramma's zijn volgens de onderzoekers door hun live-karakter ook minder gevoelig voor de effecten van dvr-apparatuur, die aan het publiek toelaat om programma's op andere tijdstippen te bekijken. Het enige programma dat sportevenementen het voorbije jaar kon evenaren was de begrafenis van Johannes Paulus II, maar dergelijke uitzendingen bieden adverteerders begrijpelijk weinig commerciële mogelijkheden.

Populaire programma's zoals de Academy Awards of uitzonderlijke evenementen zoals Live 8 halen meestal een televisiepubliek van miljarden toeschouwers. Maar Initiative stelt dat deze cijfers gerelativeerd moeten worden omdat ze niet gestaafd worden door onderzoek en afkomstig zijn van de organisatoren.

Zo wordt bij Live 8 gewag gemaakt van meer dan 5 miljard kijkers, terwijl de BBC een piek van 9,6 miljoen noteerde en MTV en VH1 in de Verenigde Staten ongeveer 2,2 miljoen kijkers telden. De Oscars haalden in de Verenigde Staten meer dan 40 miljoen kijkers, maar door het tijdsverschil blijft de kijkdichtheid in de rest van de wereld vrij beperkt. Toch spreekt de Academy of Motion Picture Arts and Sciences van een publiek van verscheidene honderden toeschouwers.