Nagasaki-wapenexpert overleden

Frederick Ashworth, de wapendeskundige aan boord van het vliegtuig dat de atoombom op Nagasaki heeft gegooid, is op 93-jarige leeftijd in het ziekenhuis in het Amerikaanse Phoenix (Arizona) gestorven aan hartproblemen. De man bracht het in zijn militaire carrière tot vice-admiraal. Hij werd in zijn woonplaats Santa Fé begraven.

Frederick Ashworth was aan boord van de B-29 bommenwerper Bockscar verantwoordelijk voor de wapenlading en dropte de 4,5 ton wegende bom - Fat Man - op Nagasaki. Dat zou aan 100.000 tot 150.000 mensen het leven hebben gekost. Het bombardement werd uitgevoerd op 9 augustus 1945, drie dagen na de atoomaanval op Hiroshima. Fat Man veegde Nagasaki, één van de grootste zeehavens in Zuid-Japan, nagenoeg van de kaart.



Ashworth werd beschouwd als één van de sleutelfiguren van het Manhattan Project, het geheime Amerikaanse atoomprogramma tijdens de tweede wereldoorlog. Bij het Manhattan Project waren meer dan 130.000 mensen betrokken. Zij beschikten over een budget van bijna 2 miljard dollar. Navy-commandant Ashworth had in Los Alamos, de locatie waar aan de atoombommen werd gewerkt, een hoogst geheime en hooggeplaatste job.

Na de atoomproeven in buurt van Alamogordo in de woestijn van New Mexico in 1945, werd Ashwordt overgeplaatst naar het eiland Tinian in de Stille Oceaan. Daar werd hij verantwoordelijk voor het Destination Team, een groep van 54 wetenschappers, technici en wapenspecialisten die de atoombommen Little Boy en Fat Man moesten assembleren en hen klaar moesten houden voor gebruik.

Little Boy werd op Hiroshima gegooid voor de B-29 Enola Gay, waar kapitein William Parsons verantwoordelijk was voor het eigenlijke bombardement. Na de oorlog nam Ashworth deel aan Operation Crossroads, die bedoeld was om de efficiëntie van verschillende soorten nucleaire aanvallen op marineschepen uit te testen. De eerste test werd uitgevoerd op het eiland Bikini in de Marshall-archipel. Ook daarna bleef hij op hoge posities binnen de Amerikaanse regering, meestal verantwoordelijk voor projecten rond kernwapens.



In 1966 werd Ashworth gepromoveerd tot vice-admiraal en werd hij benoemd tot commandant van de Amerikaanse Zesde Vloot, destijds actief in de Middellandse Zee. Twee jaar later ging hij met pensioen. Ashworth kreeg zijn laatste rustplaats in Santa Fé.