Muziekindustrie zelf voor de rechter

De muziekindustrie is de voorbije maanden geregeld naar de rechter gestapt om illegale downloaders aan te laten pakken. Maar nu is Warner Music zelf door de rechtbank in New York gedagvaard in verband met een antitrust-onderzoek rond prijsafspraken voor muziekdownloads.

Advocaat-generaal Eliot Spitzer wil met het onderzoek nagaan of de vier grote muziekmaatschappijen - Warner, Sony, EMI en Universal - samengewerkt hebben voor de prijsbepaling van muzikale downloads. Ook zou het dossier te maken hebben met de onderhandelingen van de studio's met iPod-producent Apple rond de verkoopprijs van songs aan de online muziekwinkel iTunes. Tevens zou ook onderzocht worden of er afspraken gemaakt werden rond de verkoopprijs van cd's.

In september had Apple-topman Steve Jobbs de muziekindustrie van inhaligheid beschuldigd wegens het volgens hem onverantwoord opdrijven van de prijzen van downloads. Hij had er toen op gewezen dat dergelijke handelswijze de consument tot piraterij zou aanzetten. De muziekindustrie stuurt immers aan op variabele prijzen bij iTunes, dat de songs op dit ogenblik voor 99 dollarcent verkoopt. Warner-baas Edgar Bronfman benadrukte echter dat niet alle songs evenwaardig zijn. "Er zijn nummers waarvoor de consument bereid is om meer te betalen, terwijl er andere nummers zijn die we goedkoper willen aanbieden," stipte hij aan.

Vorige maand kwam Warner met de rechter in New York al tot een minnelijke schikking rond het betalen van radiozenders om artiesten uit zijn stal te draaien. Het ging daarbij om een bedrag van vijf miljoen dollar. Sony betaalde in dat payola-dossier een bedrag van tien miljoen dollar. Universal en EMI hebben nog geen regeling getroffen.