Spaanse autoproductie keldert

Spanje is nog altijd de derde grootste autoproducent van Europa. Maar wereldwijd dreigt het land volgens het studiebureau
PriceWaterhouseCoopers (PwC) zijn zevende plaats kwijt te raken. Tegen 2009 zou de productie immers met 11,5 procent terugvallen tot 2,5 miljoen voertuigen per jaar.

Dit jaar zal in Spanje al een grote productiebeperking worden doorgevoerd. Er zouden op dit ogenblik tien procent minder auto's worden vervaardigd dat tijdens de lente. "De Spaanse autosector moet zich hervormen," voerde industrieminister José Montilla aan. "De modellen spreken het publiek niet meer aan." De Spaanse autobouwers hebben zich echter gespecialiseerd in kleinere wagens, een marktsegment waar de concurrentie bijzonder groot is.

Tachtig procent van de Spaanse productie gaat naar de export en de autoconstructie neemt 5,8 procent van het bruto binnenlandse product voor haar rekening. Vooral VW-dochter Seat heeft het bijzonder moeilijk. De bedrijfleiding wil de lonen en arbeid met tien procent afbouwen, wat deze week leidde tot stakingen.

In de vestiging in Martorell worden dit jaar 390.000 exemplaren geproduceerd, 30.000 minder dan vorig jaar. Bovendien komen de modellen Altea en Leon niet van de grond. Seat-topman Andreas Schleef benadrukte dat het bedrijf auto's uit een hogere klasse en sterkere motoren wil verkopen. Er zouden echter 1.400 jobs teveel zijn bij Seat. Alleen door belangrijke arbeidsduurverkortingen kunnen ontslagen vermeden worden.

Volkswagen heeft ook problemen in Navarra, waar de Polo van de band rolt. In 1988 werden er nog 300.000 exemplaren gebouwd, maar dat zou dit jaar terugvallen tot amper 211.000 exemplaren. Maar ook Renault heeft het moeilijk met zijn compact-model Modus, dat in Valladolid geassembleerd wordt. Oorspronkelijk waren er 1.300 exemplaren per dag voorzien, maar op dit ogneblik blijft de productie beperkt tot 500 modellen.

In totaal telt Spanje 17 assemblage-vestigingen. In de jaren zeventig en tachtig trok het land alle grote Europese constructeurs aan. De loonkost lag immers beduidend lager, maar door de globalisering is Spanje dat voordeel echter kwijt geraakt. Dat zorgt ervoor dat onder meer de Opel-vestiging in Figueruelas, waar de Corso en Meriva geassembleerd worden, wellicht naar de opdracht voor de nieuwe Meriva zal kwijtraken. Die gaat wellicht naar het Poolse Gliwice. Opmerkelijk is dat alleen bij Nissan alles uitstekend lijkt te lopen. Spanje produceert immers de modellen Pathfinder, Navara en Prima Star voor de hele Europese markt.