China verliest steeds meer concurrentiekracht op goedkope arbeidsmarkt
"China was lange tijd het atelier voor de hele wereld, maar verliest stilaan werk aan landen zoals Bangladesh, Vietnam en Cambodja," voert de Amerikaanse krant The Washington Post aan. "Dat fenomeen naar armere landen was al aan de gang voordat in China sociale onlusten uiteindelijk leidden tot hogere lonen en het nieuwe Chinese monetaire beleid aanleiding gaf tot hogere Chinese exportkosten. Experts verwachten nu echter dat de migratie van goedkope arbeid van China naar andere landen zal versnellen. Hoewel ook in Bangladesh en andere ontwikkelingslanden door de arbeiders hogere lonen worden gevraagd, verdienen zij nog altijd veel minder dan hun Chinese collega's. Bangladesh heeft de laagste lonen uit de internationale kledingsector. Een bedrag van 64 dollar per maand is daar relatief hoog, maar in Chinese kustgebieden wordt 117 dollar tot 147 dollar per maand betaald."
"Chinese fabrikanten van kleding in schoenen beginnen in moeilijkheden te raken," merkt Barry Eichengreen, professor economie en politiek aan de University of California, op. "In Azië en Centraal-Amerika zijn er heel wat landen die deze leemtes willen opvangen." Er wordt echter aan toegevoegd dat weinige landen kunnen optornen tegen de productie-capaciteit van China, dat bovendien ook gemakkelijker in staat is om goedkope leningen en andere tegemoetkomingen aan te bieden." Er wordt aan toegevoegd dat in China nog slechts 8 procent van de bevolking analfabeet is, terwijl dat in Bangladesh nog altijd 45 procent bedraagt. Dat leidt er volgens het Center for Policy Dialogue toe dat arbeiders in Bangladesh vier keer minder productief zijn dan hun Chinese collega's.
Labels: arbeid, China, human resources
0 Comments:
Post a Comment
Subscribe to Post Comments [Atom]
<< Home