Brusselse woning goedkoopste van Europa

Brussel mag dan wel heel belangrijk zijn voor de Europese Unie, als woongebied blijft ze de goedkoopste hoofdstad van West-Europa. Dat blijkt nogmaals uit de 'European Market Survey 2004' van de makelaarsgroep ERA. De gemiddelde verkoopprijs van een woning in de Belgische hoofdstad blijft onder de 200.000 euro. Met een gemiddelde van meer dan 450.000 euro is Luxemburg met grote voorsprong de duurste Europese hoofdstad om te wonen.

Na Luxemburg moet in Zwitserland het meeste geïnvesteerd worden in de aankoop van een woning. Daar ligt een gemiddelde verkoopprijs op ongeveer 420.000 euro. Ook in Spanje blijft de gemiddelde aankoopprijs nog net boven de 400.000 euro. "In Spanje is er eigenlijk geen aanbod meer," aldus Iain Cook, bestuursvoorzitter van ERA Belgium. "Dat blijkt ook uit het feit dat een woning er gemiddeld nog amper dertig dagen te koop staat. Bovendien tonen de statistieken aan dat het aantal transacties vorig jaar met 300.000 eenheden lager lag dan het jaar voordien."

In Ierland en Groot-Brittannië kost een woning gemiddeld tussen de 300.000 en 350.000 euro, terwijl men in Zweden, Frankrijk en Finland net boven de 250.000 euro komt. "De relatief lage positie van Frankrijk wordt veroorzaakt door een dualiteit in Parijs," benadrukt Iain Cook. "Enerzijds zijn er bijzonder dure panden, maar anderzijds is er ook vastgoed - van lagere kwaliteit - dat aan heel goedkope prijzen kan gekocht worden."

In Oostenrijk en Nederland liggen de vastgoedprijzen tussen 200.000 en 250.000 euro. In Griekenland, Duitsland, Portugal en België haalt men de grens van 200.000 euro niet. In Duitsland blijven de woningen trouwens het langste te koop staan. Daar moet een eigenaar ongeveer 180 dagen wachten vooraleer zijn pand verkocht is. Ook in Zwitserland en Nederland moet een verkoper meer dan 160 dagen geduld oefenen. De Europese gemiddelde wachttijd bedraagt ongeveer 100 dagen.

Groot-Brittannië en Portugal zitten daar iets boven, terwijl België, Frankrijk en Oostenrijk het Europees gemiddelde benaderen. In Luxemburg en Zweden geldt een wachttijd van ongeveer 90 dagen. Finland en Ierland zitten tussen 60 en 70 dagen. Spanje sluit de rij met amper 30 dagen.