Priesters sterven vaker aan hersenaftakeling

Uit een onderzoek van 2,6 miljoen Amerikaanse overlijdensactes besluit het National Institute for Occupational Safety and Health (NIOSH) uit Cincinnati, dat een aantal beroepen een duidelijk verhoogd risico aangeven op een overlijden aan een ernstige vorm van hersendegeneratie, zoals Alzheimer, Parkinson en voortijdige dementie.

"In eerder onderzoek werd daarbij gedacht aan een verband met het gebruik van chemicaliën door landbouwers, kappers en lassers," stipt het persbureau Reuters aan. "Maar dat kan volgens onderzoeksleider Robert M. Park geen verklaring zijn voor het verhoogd risico dat ook leraars, priesters en bankbedienden blijken te lopen."

De NIOSH-onderzoeker gaf wel toe dat studies op basis van overlijdensaktes voor het verklaren van een verband tussen het beroep en een ziekterisico, moeten gerelativeerd worden. "Dergelijke aktes zijn zeker geen ideaal meetinstrument voor de arbeidsgeschiedenis van een persoon," benadrukte hij. "Dergelijk onderzoek kan hoogstens algemene patronen aangeven die verder bestudeerd moeten worden."

Het onderzoek van Park geeft aan dat bankbedienden, geestelijken, vliegtuigtechnici en kappers het hoogste risico lopen om te overlijden aan de ziekte van Alzheimer. Biologen, leerkrachten en geestelijken zouden vooral gevoelig zijn voor de ziekte van Parkinson. Tandartsen, industriële arbeiders, landbouwers en priesters moeten extra rekening houden met een voortijdige dementie. Andere zenuwaandoeningen zouden vooral fataal zijn voor dierenartsen en industriële arbeiders.

Van alle overlijdens zouden er volgens de onderzoekers iets meer van vier procent te wijten zijn aan een neuro-degeneratieve ziekte. Die zijn in belangrijke mate te wijten aan de gen-structuur van de persoon, maar ook steeds meer wordt rekening gehouden met omgevingsfactoren, waaronder de werkomstandigheden.

Bij landbouwers zou een verhoogd risico op Parkinson te wijten zijn aan pesticiden, terwijl de oorzaak bij industriële arbeiders gezocht zou moeten worden in de mangaan-dampen waaraan ze blootgesteld worden. Bij kappers zouden de schuldigen gevonden moeten worden tussen de haarverven, solventen en andere chemicaliën die in de salons gebruikt worden. Ook tandartsen worden wellicht aangetast door kwik en synthetische producten ze tijdens hun werk gebruiken.

Dat zou ook het geval kunnen zijn bij dierenartsen, maar de onderzoekers geven toe geen product te kunnen aanduiden dat daarvoor verantwoordelijk zou zijn. Maar bij andere beroepen is de oorzaak volgens Park nog veel moeilijker te achterhalen. "Een reden zou kunnen zijn dat werknemers die geestesarbeid verrichten, minder kans lopen op ziektes die met de levensstijl te maken hebben, zoals hartaandoeningen," aldus de onderzoekers. "Dat maakt het meteen waarschijnlijker om aan een neuro-degeneratieve ziekte te overlijden."