Evo Morales erft een gezonde economie

Wanneer hij volgende maand de eerste Indiaanse president wordt van Bolivië, zal Evo Morales een gezonde economie erven. Dat stellen een aantal analisten, maar ze voegen er aan toe dat het bevriezen van buitenlandse investering en een dreigende sociale onrust deze rooskleurige toekomst zouden kunnen bedreigen.

Juan Antonio Morales, voorzitter van de Centrale Bank, vertelde aan het persbureau Associated Press dat de macro-economische voorwaarden voor Bolivië er de voorbije tien jaar nog nooit zo goed heeft uitgezien. "Indien daar de kwijtschelding van de schuld bijgeteld wordt, zijn die voorwaarden nog veel beter," voegde hij daar aan toe.

Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) heeft eerder deze week beslist het Zuid-Amerikaanse land een schuld van 222 miljoen dollar kwijt te schelden. Dat vertegenwoordigt 4,5 procent van de totale buitenlandse schulden van Bolivië. Het land verwacht dat de Wereldbank eveneens een kwijtschelding zal voorstellen. Naar aanleiding van de IMF-beslissing stipte de Boliviaanse president aan dat hij naar een volledige kwijtschelding van de schuld zou streven.

Naar Boliviaanse normen gaat het volgens Associated Press bijzonder goed met de economie van het land. Dit jaar zal er een groei van 3,9 procent gerealiseerd worden. Voor volgend jaar wordt eenzelfde groei vooropgesteld. Vorig jaar steeg het bruto binnenlands product met 3,6 procent. De inflatie bedraagt er op dit ogenblik 4,2 procent, 0,4 procent lager dan vorig jaar. In het verleden werd het land herhaaldelijk geteisterd door hyperinflaties. Daarnaast is het fiscaal tekort gedaald tot 1,5 procent van het bruto binnenlands product, tegenover 5,5 procent vorig jaar.

De toekomstige president staat echter ook voor grote problemen. Buitenlandse olie- en gasbedrijven hebben hun investeringen opgeschort wegens de politieke onrust die vorig jaar de kop opstak. Bovendien wil de industrie ook afwachten welke nieuwe maatregelen er zullen doorgevoerd worden onder Morales, die aangekondigd heeft de gasindustrie, die gedomineerd wordt door buitenlandse bedrijven, te zullen nationaliseren.

Bovendien moet Morales ook afrekenen met protesten van de arbeiders uit de ijzerindustrie. Die hebben een deel van de grens met Brazilië afgesloten nadat Bolivië een nieuw mijncontract heeft uitgesteld. Dat had duizenden extra jobs kunnen opleveren. Waarnemend president Eduardo Rodriguez benadrukte dat het uitstel de nieuwe regering moet toelaten zich voldoende te informeren over het project.

Erik Genicke, één van de leiders van de protestbeweging, heeft al met zwaardere acties gedreigd indien het mijnproject geen goedkeuring krijgt. De mijn zou 1,5 miljoen ton ijzer opleveren en zou jaarlijks voor 250 miljoen dollar inkomsten zorgen. Eerder deze week hebben ook de buschauffeurs al gestaakt. Zij werden door de regering verplicht betaalbewijzen uit te schrijven. Er wordt immers vermoed dat zij belastingen ontduiken.