Technologie-valley in Argentijnse pampas
De Argentijnse pampas-provincie Cordoba ontwikkelt zich snel tot een belangrijk centrum van computertechnologie. Het magazine Business Week stelt de José Manuel de la Sota, gouverneur van Cordoba, er de voorbije jaren in geslaagd is om een aantal multinationals te overhalen om in zijn regio onderzoeks- en productie-eenheden uit te bouwen.
"Belastingsverlagingen, subsidies en infrastructuur-investeringen hebben bedrijven als onder meer Motorola en Lockheed Martin aangetrokken," stipt Business Week aan. "Dat groepje wordt nu vervoegd door Intel." Het betreft een Intel-onderzoekscentrum voor software aan de universiteit van Cordoba. Het zou voor het bedrijf pas het derde research-centrum zijn buiten de Verenigde Staten.
Intel-topman Craig Barrett benadrukte dat er voor het nieuwe centrum vier locaties werden overwogen, maar dat de keuze uiteindelijk op Cordoba viel omwille van de aanwezigheid van een cluster technologische instellingen, stevige locale software-bedrijven en tegemoetkomingen van de overheid. Gouverneur de la Sota (55) bestuurt sinds 1999 de provincie, die een bevolking telt van 3,1 miljoen inwoners. "De Argentijnse provincies genieten een relatief grote autonomie tegenover de centrale regering en daar heeft de la Sota gebruik van gemaakt om buitenlandse investeerders naar een locale stad te lokken," voert Business Week aan.
De la Sota verlaagde al vlug de provinciale belastingen op bedrijven met 30 procent, voerde besparingen door en kondigde aan dat de provincie het transport- en communicatienetwerk zou verbeteren. In 2000 bouwde Motorola er een centrum voor software-ontwikkeling, een investering van 40 miljoen dollar. De gouverneur slaagde er ook in om overtuigende voorstellen te doen aan Volkswagen en Lockheed Martin, dat in Cordoba militaire oefenvliegtuigen fabriceert.
Het bedrijfsvriendelijke klimaat van de Argentijnse provincie heeft volgens Business Week nog andere voordelen. "De taksverlaging leverde tijdens de eerste twee jaar al extra belastingsinkomsten van 4,1 procent op," stipt het magazine aan. "Cordoba presteert bovendien beter dan de andere Argentijnse regio's. In 2004 groeide het bruto binnenlands product van de provincie met 9,7 procent, terwijl het nationaal gemiddelde 9 procent bedroeg."
Verder viel de werkloosheid in de regio terug tot 11,5 procent, opmerkelijk minder dan de 12,1 procent op nationaal vlak. De stad telt ook 12 procent universitair geschoolden, het hoogste van heel Latijns-Amerika. Desondanks blijft Cordoba in eerste instantie nog altijd een landbouwgebied. Eén kwart van het inkomen komt uit de teelt van soja, graan, mais en de veeteelt. Deze laatste vertegenwoordigt 15 procent van de Argentijnse veestapel.
Argentinië ligt nochtans niet erg goed in de markt bij de buitenlandse bedrijven. France Télécom en Suez hebben het land alweer verlaten omdat ze er niet in slaagden hun activiteiten rendabel te houden. Ook Shell zag het na een aanvaring met president Nestor Kirchner niet langer zitten. Maar Intel merkt op dat de software-sector niet door de overheid geregeld wordt, zoals dat bij de nutsbedrijven en de telecom-industrie wel het geval is.
Intel stelt dat het beleid van Kirchner gericht is op de ontwikkeling van technologie en opvoeding. "De Argentijnse onderzoeksbudgetten verdubbelen elk jaar en de overheid promoot technologie in het onderwijs," voert het Amerikaanse bedrijf aan. "Het onderwijsbudget zal er snel 6 procent vertegenwoordigen van het bruto binnenlands product."
"Belastingsverlagingen, subsidies en infrastructuur-investeringen hebben bedrijven als onder meer Motorola en Lockheed Martin aangetrokken," stipt Business Week aan. "Dat groepje wordt nu vervoegd door Intel." Het betreft een Intel-onderzoekscentrum voor software aan de universiteit van Cordoba. Het zou voor het bedrijf pas het derde research-centrum zijn buiten de Verenigde Staten.
Intel-topman Craig Barrett benadrukte dat er voor het nieuwe centrum vier locaties werden overwogen, maar dat de keuze uiteindelijk op Cordoba viel omwille van de aanwezigheid van een cluster technologische instellingen, stevige locale software-bedrijven en tegemoetkomingen van de overheid. Gouverneur de la Sota (55) bestuurt sinds 1999 de provincie, die een bevolking telt van 3,1 miljoen inwoners. "De Argentijnse provincies genieten een relatief grote autonomie tegenover de centrale regering en daar heeft de la Sota gebruik van gemaakt om buitenlandse investeerders naar een locale stad te lokken," voert Business Week aan.
De la Sota verlaagde al vlug de provinciale belastingen op bedrijven met 30 procent, voerde besparingen door en kondigde aan dat de provincie het transport- en communicatienetwerk zou verbeteren. In 2000 bouwde Motorola er een centrum voor software-ontwikkeling, een investering van 40 miljoen dollar. De gouverneur slaagde er ook in om overtuigende voorstellen te doen aan Volkswagen en Lockheed Martin, dat in Cordoba militaire oefenvliegtuigen fabriceert.
Het bedrijfsvriendelijke klimaat van de Argentijnse provincie heeft volgens Business Week nog andere voordelen. "De taksverlaging leverde tijdens de eerste twee jaar al extra belastingsinkomsten van 4,1 procent op," stipt het magazine aan. "Cordoba presteert bovendien beter dan de andere Argentijnse regio's. In 2004 groeide het bruto binnenlands product van de provincie met 9,7 procent, terwijl het nationaal gemiddelde 9 procent bedroeg."
Verder viel de werkloosheid in de regio terug tot 11,5 procent, opmerkelijk minder dan de 12,1 procent op nationaal vlak. De stad telt ook 12 procent universitair geschoolden, het hoogste van heel Latijns-Amerika. Desondanks blijft Cordoba in eerste instantie nog altijd een landbouwgebied. Eén kwart van het inkomen komt uit de teelt van soja, graan, mais en de veeteelt. Deze laatste vertegenwoordigt 15 procent van de Argentijnse veestapel.
Argentinië ligt nochtans niet erg goed in de markt bij de buitenlandse bedrijven. France Télécom en Suez hebben het land alweer verlaten omdat ze er niet in slaagden hun activiteiten rendabel te houden. Ook Shell zag het na een aanvaring met president Nestor Kirchner niet langer zitten. Maar Intel merkt op dat de software-sector niet door de overheid geregeld wordt, zoals dat bij de nutsbedrijven en de telecom-industrie wel het geval is.
Intel stelt dat het beleid van Kirchner gericht is op de ontwikkeling van technologie en opvoeding. "De Argentijnse onderzoeksbudgetten verdubbelen elk jaar en de overheid promoot technologie in het onderwijs," voert het Amerikaanse bedrijf aan. "Het onderwijsbudget zal er snel 6 procent vertegenwoordigen van het bruto binnenlands product."
0 Comments:
Post a Comment
Subscribe to Post Comments [Atom]
<< Home